NL/D: steen 324 - 272
Na het doorkruisen van kilometers lange landerijen in het vorige gedeelte zijn we nu in Spaanshuisken beland. Het is nog steeds 11 februari 2023, maar we zijn aangekomen bij de plek waar de grens gedurende 14 jaar anders verliep dan nu.
Ik vind de geschiedenis van de Selfkant intrigerend. Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er diverse Nederlandse plannen om delen van Duitsland te annexeren. De grootste plannen omhelsden het annexeren van hele gebieden tot en met Köln, maar zo ver kwam het niet. Het grootste deel dat uiteindelijk wel bij Nederland zou gaan horen was de Selfkant in het westen van Duitsland. Van 1949 tot 1963 was de Selfkant onderdeel van Nederland.
In die tijd werd er met houten paaltjes (waarvan ik na flink online zoeken aanneem dat er niets van is overgebleven) een nieuwe grens bepaald. Die grens was een heel stuk korter dan de huidige grens. De grens om de Selfkant die ik op deze pagina beschrijf is zo'n 28 kilometer lang, de grens destijds een kilometer of 7. Na onderhandelingen werd de oude grens in 1963 weer in ere hersteld.

Grenssteen 324-B lijkt op privéterrein te staan en/of is al een tijd weg. Steen 324-A moet in het talud tussen de klimop staan, maar kan ik niet vinden. Steen 324 markeert de plek waar de grens tussen 1949 en 1963 afboog. Direct naast steen 324 staat steen 323-E. Aan de overkant vinden we steen 323-D, die onderdeel van de inrit is geworden. Alleen de bovenkant is te zien en voorzien van een plaatje. De stenen 323-A, B en C bevinden zich op privéterrein. Steen 323 staat in een weitje. De grens naar steen 322-A doorkruist een grensoverschrijdende achtertuin. Steen 322 is nauwelijks te herkennen door de klimop, maar staat in de hoek tegen het huis aan. Het rondje door het gehucht Spaanshuisken (dat overigens tegen het Duitse Saeffelen aanligt) is nu compleet. Er volgt een stukje door de landerijen. Steen 321-N zou midden in een akker staan, ik weet niet of die er nog is. We kruisen nu de N274, waarvan de geschiedenis nauw verbonden is met die van de Nederlandse heerschappij in de Selfkant. Een van de voornaamste redenen voor de annexatie van de Selfkant was namelijk het verbeteren van de verkeerssituatie tussen Noord- en Zuid-Limburg. Door het annexeren van dit gebied was het mogelijk een weg aan te leggen parallel aan de flessenhals bij Sittard. Na het herstel van de oude grens in 1963 is de N274 nog tot 2002 een Nederlandse weg gebleven. Er waren tot 2002 ook geen aansluitingen op het Duitse wegennet. De huidige rotondes zijn pas na 2002 gebouwd. Steen 321-L lijkt verdwenen, maar K en J staan aan weerszijden van de weg. Er volgt weer een stukje door de landerijen. Tussen steen 321 en 319 vormt een weggetje de grens. Steen 319 stond ook ooit aan weerszijden van een weggetje, maar dat weggetje is nu weg. Op het volgende stukje bleef ik op gepaste afstand van de grens. Er was relatief veel bedrijvigheid in de omgeving, ik had wel even behoefte aan een stukje doorlopen over verharde weg en kon alle stenen vanaf de weg ook zien staan. Op de tweede foto van steen 318-B staan nog meer paaltjes, die het modelvliegveld lijken te begrenzen. De grenssteen is de voorste steen op de foto. Bij steen 317 bereiken we weer een weg. Aan de overkant van die weg staat steen 316-C, met een verwijsbordje 1,80 meter de akker in. Een creatieve oplossing. Bij steen 316-A zijn een paar lokale bewoners aan het werk. Ik spreek een mix van Duits en Nederlands met ze, mooi passend bij deze regio. Het plaatje van steen 316 zit aan de zijkant, vandaar mijn verraste blik. De volgende stenen staan allemaal netjes aan de Havertergrensweg Vanaf steen 313 verlaat de grens de rechte weg, nu doorkruisen we een bosje naar steen 312, die niet alleen op de grens van Nederland en Duitsland staat, maar ook de grens tussen Echt en Susteren markeert. Ik ga de bocht om en loop nu door landelijk gebied. Eerst een stukje natuurgebied, waar ik steen 311-L kan ik niet vinden. Dan tussen de weilanden door verder naar steen 311. Op het stuk rond 311-H staat een boer naar me te kijken, maar als ik naar hem zwaai lijkt hij het wel prima te vinden. Ik sta ook niet op zijn terrein, maar aan de Duitse zijde. Volgens mijn database zou de 311-G enkel zijn, maar hij blijkt dubbel uitgevoerd. Op de grens ligt een droge greppel. Ook de volgende stenen zijn dubbel. De tweede steen 311-F staat niet op zijn originele plaats, maar ligt in het gras. Ik weet dus niet zeker welke van de twee de Nederlandse of Duitse steen is. Ik klim daar ook een boom in, voor een geocache. De Nederlandse 311-E kan ik niet vinden. Tussen 311-D en 311-C ligt voor de verandering een pad. Naar 311-B loop ik een blokje om, het is een relatief lang stuk zonder palen, hoewel de grens twee knikjes maakt.
Het nu volgende traject bezocht ik eerder al met Jules, om precies te zijn op 31 december 2022.
We komen uit bij de IJsstraat, waar grenssteen 311 staat. Deze hoek is de meest westelijke punt van Duitsland, hetgeen men toeristisch probeert uit te baten.
Eigenlijk stond steen 310 op de meest westelijke hoek van Duitsland. Toen de Selfkant echter Nederlands was bouwde de bewoner van het hier gelegen pand een schuur op voormalig Duits gebied.
Bij de teruggave van Selfkant aan Duitsland enkele jaren werd de grens verlegd, waardoor er nu een hoekje in zit.
Een klein stukje van de Selfkant is dus nog altijd Nederlands :-) Steen 309-B is de meest westelijk gelegen steen op de Duits-Nederlandse grens. Op 31 december 2022 konden we beide stenen niet vinden, maar waren toen ook minder goed voorbereid. Op 11 februari 2023 begon ik mijn wandeling daarom weer hier, en kon de Duitse 309-B wel vinden, goed verstopt onder de hier gebouwde constructie. De Nederlandse 309-B bleef nog steeds verborgen. De toegang aan Nederlandse zijde is versperd, ik denk dat ik nog eens terug moet komen wanneer er gesnoeid is.
De grens wordt vanaf hier gevormd door de Rode Beek, daarom staan er dubbele stenen. Een kilometer naar het zuiden lijkt de Nederlandse 309-A echter verdwenen. De beek is overigens flink gekanaliseerd ten opzichte van 100 jaar geleden, en de grens is daarmee ook recht getrokken. Na teruggave van de Selfkant aan Duitsland zijn de grensstenen hier hernummerd. Op de plek van 309-A stond voorheen steen 309, de huidige stenen 309 zijn de oude stenen 308 en de huidige stenen 308 zijn de oude stenen 307. Dat is ter plaatse nog te zien, want in de beide stenen 308 staan de cijfers 307 nog gebeiteld. Op de plek van 307-C stond ooit steen 306, maar daarvan heeft het originele paar het niet overleefd.
De oudjaarswandeling was maar kort, we keren terug naar het station van Sittard.
Het laatste gedeelte van Selfkantse grens volg ik op 5 februari 2023.
Ik ga van start bij grenssteen 307-B, die ik ondanks foto's niet kan vinden. Dit is vlak voor de tijd dat een schepje bij mijn standaard grenspalenuitrusting ging behoren...
De grens verlaat de Rode Beek nu, maar dat was niet altijd zo. Voorheen meanderde de Rode Beek ongeveer over het huidige grensverloop tot steen 305.
De kanalisering van de Rode Beek, waardoor die niet meer de grens vormt, is waarschijnlijk ook de reden voor de hierboven beschreven hernummeringsactie. Steen 307, 306-A en 306 zijn dus allemaal "nieuw". Bij steen 307 kruist een pad de grens, 306-A staat in een relatief moeilijk begaanbaar bosje en 306 staat aan de Tudderenderweg/Sittarder Straße. Bij steen 305 klopt de originele telling weer. Steen 305 kan echter wel wat liefde gebruiken, hij ligt plat op de grond met het plaatje naar beneden en er ligt een hoop rommel bovenop.
Van origine verliet de grens bij steen 305 de loop van de Rode Beek, tegenwoordig loopt die een stukje zuidelijker.
Steen 304-B laat ik voor wat het is, gezien het onaantrekkelijk uitziende bosje en berichten dat hij mogelijk verdwenen is. Ik ben weer bij de Rode Beek, die de grens hier haaks kruist. Het was een gokje om aan deze kant van het water te blijven, maar dat pakt goed uit. Steen 304 staat iets verderop, recht naar het zuiden in een bosje naast een pad. Ik loop even een hoekje door Nederland en kom dan uit bij grenssteen 303, die in een voortuin staat en zelfs onderdeel van het tuinhek uitmaakt. Hier buigt de grens naar het oosten, de volgende stenen staan tegen de bebouwde kom van Sittard aan. Steen 298 is waarschijnlijk verdwenen, wellicht is het hondje op de foto hem op het spoor? Bij de volgende stenen valt steeds het grote contrast tussen het stedelijke Nederland en landelijke Duitsland op. Bij steen 297 kruist de Whererweg de grens. Steen 295 is dubbel uitgevoerd. 294-C enkel, maar de stenen daarna weer dubbel. Beide stenen 294-B kan ik niet vinden en de Nederlandse 294-A ook niet. Na steen 294 verlaat ik de landweg. De grens gaat nu langs een bosje af naar beneden, om bij steen 292-B weer op een pad uit te komen. De volgende stenen staan aan de Duitse kant van een pad. 291-C valt zo erg niet op dat ik hem in eerste instantie voorbij loop. Stenen 291-A en 290-B kan ik niet vinden. 290-A staat in een dicht bosje. Bij steen 290 verlaat de grens het pad weer en gaan we weer stijl omhoog door een bosje heen. Er komt ondertussen een aardig regenbuitje over. We lopen verder door agrarisch gebied verder. Eerst loopt er nog een karrenspoor langs de grens, maar bij steen 287 staat de grenspaal midden in een akker. Ik blijf op afstand. Met steen 286 bereik ik het Duitse Hillensberg. De grens kruist de weg en loopt meteen rechtdoor, met aan de Duitse kant de Hillenbergse achtertuinen en aan de Nederlandse kant een akker. Tussen steen 283 en 282-A moet ik een akker doorkruisen, het is maar een klein stukje, om direct daarna een bosje in te duiken. De grens gaat stijl omhoog door het bramenbosje heen. Bij steen 282 maakt hij een hoek en hetzelfde bergje dalen we meteen weer af, nu iets geleidelijker over een graspad. Steen 280-A vind ik te dicht op privéterrein staan en laat ik even voor wat het is. Ik maak een omtrekkende zuidelijke beweging en fotografeer steen 280 ook op afstand. Hoewel ik op 280 meter afstand sta zie ik deze duidelijk staan. Steen 279-A is weer bereikbaar zonder al te veel door akkers te lopen. Gelukkig maar, want deze had ik van een afstand nooit kunnen spotten. Ik loop verder door de akkers. Steen 279 is een mooie oude, steen 278 ligt in een akker en wordt extra aangeduid met een houten paaltje. Ik loop weer een blokje om en zie steen 277-A vanaf de weg al staan. Ook daar heb ik vrede mee. Bij steen 277 kruisen we de Susterselerweg/Jabeeker Weg. In oostelijke richting begint meteen een landweg die ik volg naar steen 276-A. Wat verderop staat steen 276, weer een eindje een akker in, maar nog verrassend recht overeind. We zijn weer terug in het bereik van de Rode Beek en duiken een bosje in. De beek vormt nog even niet de grens, maar we steken achtereenvolgens de gekanaliseerde en originele loop over.
Steen 275-B staat in moerassig gebied. Naar steen 275-A is het nog even goed zoeken tussen het groen. Steen 275 staat na wat geklommen te hebben in hetzelfde bosje, niet ver van de bebouwing van Susterseel. We maken echter meteen een hoek van 90 graden en laten Susterseel liggen. Een aangenaam bospad volgt met een aantal makkelijk te vinden stenen in de berm. Tussen steen 274 en 273-B daal ik weer af, we komen nu weer dicht bij de Rode Beek uit. Steen 273-A staat vlakbij het duo 273, die weer aan beiden zijden van de beek staan. Ik loop nog door langs de Rode Beek af naar de beide stenen 272, die bij de Etzenrather Mühle staan. We bevinden ons hier aan de achterzijde van het Wildpark Gangelt. Het is een mooi plekje om de dag te beeindigen. Ik vind het mooi geweest voor vandaag en loop terug naar een bushalte. De volgende keer start ik mijn wandeling bij de zuidelijke grensovergang van de N274 en enkele stenen verderop zal ik dan de plek bereiken waar de landsgrens ooit afboog toen de Selfkant bij Nederland hoorde.