Pelgrimspadpad
Het Floris V-pad eindigde in Amsterdam en we vonden het mooi om daar te starten met het volgende pad, het Pelgrimspad.
Van Amsterdam naar Visé in 24 etappes, van september 2023 tot april 2025 liepen wij 521 km.

Datum Van Naar Afstand
24-09-2023 Amsterdam Amsterdamse Bos 20 1/2 km
12-11-2023 Amsterdamse Bos De Kwakel 16 km
19-11-2023 De Kwakel Aarlanderveen 18 km
03-03-2024 Aarlanderveen Reeuwijk 17 km
10-03-2024 Reeuwijk Haastrecht 20 km
23-03-2024 Haastrecht Groot-Ammers 16 1/2 km
07-04-2024 Groot-Ammers Boven-Hardinxveld 28 km
21-04-2024 Boven-Hardinxveld Rijswijk-Giessen 17 1/2 km
22-04-2024 Rijswijk-Giessen Bern 27 km
23-04-2024 Bern Drunen 13 1/2 km
28-04-2024 Drunen Vught 23 1/2 km
05-05-2024 Den Bosch Haaren 20 km
09-05-2024 Haaren Spoordonk 14 km
25-08-2024 Spoordonk Steensel 30 km
15-09-2024 Steensel Heeze 24 1/2 km
06-10-2024 Heeze Maarheeze 30 km
20-10-2024 Maarheeze Weert 20 km
27-10-2024 Weert Ell 18 km
03-11-2024 Ell Roosteren 25 km
10-11-2024 Roosteren Sittard 19 km
16-11-2024 Sittard Voerendaal 27 km
24-11-2024 Voerendaal Schin op Geul 23 1/2 km
01-12-2024 Schin op Geul Maastricht 24 1/2 km
29-04-2025 Cadier en Keer Visé 28 km


Amsterdam - Amsterdamse Bos
Een frisse ochtend, een stralende maar niet te warme dag, de ideale omstandigheden om te starten met een nieuwe lange afstandswandeling. Vanaf het centraal station in Amsterdam werden we meteen door wat straatjes geleid die we nog niet zo vaak bezocht hadden. We liepen de basiliek van de Heilige Nicolaas even in, passeerden de St-Olofskapel en lieten ons verder verrassen door wat er op ons pad kwam. De prachtige Begijnhof was de officiële start van deze bedevaartstocht. Via de grachten wandelden we richting Vondelpark. De Hans Snoekfontein nodigde uit tot het nemen van een bad, wat we uiteindelijk toch maar achterwege lieten. Teveel gedoe tijdens het wandelen, alhoewel we echt heel schoon hadden kunnen worden in het schuimbad.
Het Vondelpark was druk bezocht op deze stralende dag.Het was heerlijk toeven daar. We stonden even stil bij het Groot Melkhuis en vonden verderop de uitgang aan de westzijde van het park.
We volgden de Schinkel en lunchten verderop tussen de vele woonboten, met uitzicht op het water.
Na deze rust gingen we op weg naar de Bosbaan. Daar was veel aktiviteit van scouts op het water. Wij bezochten een eindje verder bezoekerscentrum De Boswinkel, waar een leuke tentoonstelling voor kinderen was, die ook voor ons leuk was om te bekijken. Met wat meer kennis over het ontstaan van het Amsterdamse Bos liepen we het bos in, op weg naar De Heuvel, ons welbekend vanwege het NSK cross jaren geleden. We rustten nog even uit op een bankje om even verderop tot de ontdekking te komen dat de onderdoorgang van de A9 dicht was. 600 meter verder naar het oosten konden we er wel onderdoor en zo konden we de route weer oppakken. We genoten nog van het mooie stuk langs De Poel voordat het laatste stukje bos ons bij het einde van de eerste etappe bracht. Daar liepen we een halve kilometer verder naar de bushalte, om de bus naar Schiphol te nemen.




Amsterdamse Bos - De Kwakel
Het zou een mooie dag worden en wij hadden eindelijk weer eens een geschikte zondag om te gaan wandelen. Om half 11 konden we starten bij Schiphol Oost. Onderweg daarheen was de wereld om ons heen nauwelijks te zien vanwege de mist, maar eenmaal bij de bushalte scheen de zon. We wandelden het Schinkelbos in en volgden het modderige pad door het broedgebied, want dat is in deze tijd toegestaan. We ontmoetten een groepje wilde paarden voordat we het bosje weer uitgingen. Het was genieten in het zonnetje, terwijl we langs molen De Zwarte Ruiter wandelden.
Onze GPS-route stuurde ons over de Hogedijk, niet wetend dat de route hier verlegd is. Jammer, want het is een prachtige dijk. Helaas stuitten we op een afzetting en moesten we toch over de Oosteinderweg verder. Via het Kippepad konden we even later weer op de route komen. Daar vonden we het meteen tijd voor de lunch, op een bank op de dijk, met de neuzen in de zon. Toen we weer verder liepen kwamen we een tweede molen tegen, de Stommeermolen. We draaiden Aalsmeer in, richting Westeinderplassen. Daar werden we getrakteerd op een prachtig uitzicht over de plas. De watertoren was open en na 217 treden en een buil op Wims hoofd konden we genieten van nog meer uitzicht, nu naar alle kanten.
Vis de Geniedijk en de Vuurlijn wandelden we naar De Kwakel. Daar kwam net de bus aan, met een aardige buschauffeur die ons liet instappen op een onbestemde plek. De omgeving werd snel weer mistig, alsof het vandaag allemaal precies op onze wandelroute afgestemd was.




De Kwakel - Aarlanderveen
Met wat geluk haalden we een heel krappe verbinding in Utrecht, zodat we met de juiste bus konden reizen vanuit Alphen naar De Kwakel. We stapten uit waar we gebleven waren en even later waren we bij Fort De Kwakel. Hier vlogen en floten groene halsbandparkieten boven ons tussen de bomen. We moesten nu een stukje langs de weg naar de Vrouwenakkersebrug en daar mochten we de Amstel gaan volgen. Er was veel wind, af en toe een zonnetje en eventjes wat nattigheid, maar dat was snel weer over. Bij de Tolhuissluis volgden we de Drecht, totdat we deze konden oversteken en aan de andere kant terug konden lopen. Aan de overkant van de sluis vonden we een picknicktafel in de zon en in de wind. We aten onze lunch vrij vlot, om daarna onze tocht te vervolgen langs nog meer water, nu van het Aarkanaal.
Na de Kattenbrug werden we getrakteerd op een stuk onverharde etappe over een schapendijk, met hekjes waar we over moesten. Ook hier weer water, nu van de Ringvaart. Zo kwamen we steeds dichter bij Aarlanderveen, terwijl het wolkendek steeds dichter werd. De tocht bleek 800 meter te lang om een bus eerder te halen, zodat we in het dorp bij de kerk vertoefden om de tijd te doden tot de volgende bus. We zaten ons even af te vragen of we stukje zonder water hadden gelopen. Nee, Holland waterland, dat was het vandaag zeker!




Aarlanderveen - Reeuwijk
Na een flinke winterstop met veel regen en ondergelopen landjes vonden we drie maart een prima dag om weer van start te gaan. We kwamen met de bus aan in Aarlanderveen en het leek of we er niet weg waren geweest. Aarlanderveen is maar klein, dus binnen de kortste keren waren we er uit en hadden we zicht op de molens. Het was prachtig lopen langs al die molens. Na de bovenste molen bereikten we de Oude Rijn, die we volgden naar Zwammerdam. Daarvoor moesten we de Ziende over, via de Ziendebrug. Het parkje aan de overkant begroette ons vriendelijk met al zijn krokussen. We wandelden door Zwammerdam en na dit plaatsje zochten we een bank om te lunchen. We werden vertroeteld door het zonnetje en genoten van alle weidevogels. Na de lunch begon het echte werk, daar waar we de weg verlieten om de Zijdesloot Warmoeskade te gaan volgen. Het was goed te doen, maar wel modderig. Als we zo konden springen als de hazen die we zagen, was er vast minder modder aan onze schoenen blijven kleven.
Na een mooie tocht kwamen we keurig op tijd aan bij de bushalte bij Reeuwijkbrug, zodat we via Bodegraven en Utrecht weer huiswaarts konden keren.




Reeuwijk - Haastrecht
Alhoewel we echt niet heel vroeg vertrokken waren leken we toch nog te slapen. We stapten namelijk twee haltes te vroeg uit de bus. Dat betekende 1 1/2 km meer lopen vandaag. Maar het was niet ongezellig in Reeuwijk en na een kwartiertje zaten we op de route voor vandaag, meteen weer het groen in. Dat groen leidde ons naar de Reeuwijkse plassen, waar we dwars doorheen zouden gaan. Het was zo tegen het middaguur aardig druk op de dijk, maar toen we een eiondje verder overstapten op de smalle Zoetendijk was het weer een stuk rustiger. Na dit paadje gingen we een ophaalbrug over en liepen we over een smal weggetje tot aan uitzichtpunt Kerfwetering. Dat bleek de ultieme lunchplek te zijn, met een prachtig uitzicht. We genoten ervan en na de lunch kuierden we weer aan, via Oudorp naar de Kippenkade. Via dit prachtige paadje kwamen we op de dijk bij de Enkele Wiericke. Bij uitkijktoren Wierickewachter kwamen we twee collega-lopers tegen. Na te hebben genoten van het uitzicht vervolgden we de weg naar Driebruggen. Via de smalle Zuidkade kwamen we op het polderpad langs de Dubbele Wiericke. Na Hoge Brug gingen we onder het spoor door en begonnen we aan de lange Tiendweg. Talrijke hekjes waren onze hindernissen, gelukkig konden we ze op één na allemaal openen, zodat we maar één keer hoefden te klimmen. Na een prachtige tocht bereikten we de Hollandsche IJssel bij Haastrecht en even later waren we ruim op tijd bij de bushalte.




Haastrecht - Groot-Ammers
Een bus bracht ons vanmorgen van Utrecht naar Haastrecht, zodat we lekker op tijd konden beginnen met de wandeltocht. Langs het poldermuseum Gemaal de Hooge Boezem liepen we het plaatsje uit. Het was fris en winderig, Hollandse luchten beloofden een afwisseling van zonnige perioden met eventueel een fiks buitje, maar dat laatste bleef gelukkig achterwege. Het werd een heerlijk tochtje op bekend terrein, langs het Doove Gat en de Vlist, tegenovergesteld aan het Floris V pad vorig jaar. Om 12 uur vonden we een heel aangenaam rustplekje bij de Vlisterhoeve, uit de wind stonden de stoelen al voor ons klaar, tegen het leuke houten huisje aan. We genoten van onze lunch en wandelden vervolgens langs de Bonrepasmolen af naar Schoonhoven. We liepen net te langzaam door het mooie plaatsje, waardoor het veer net voor onze neus vertrok en we een kwartiertje moesten wachten. Het laatste stuk naar Groot-Ammers liepen we daarom op een wat hoger tempo, omdat we graag de bus wilden halen, die maar eens per uur rijdt. Precies op tijd kwamen we bij de halte aan, net voordat de bus daar was en we onderweg naar Utrecht weer terug konden kijken op een mooie wandeldag.




Groot-Ammers - Boven-Hardinxveld
Na een mooie busrit over de dijken konden we om half elf starten met deze lange etappe. De zon straalde en de wind blies, het beloofde een heerlijke wandeldag te worden. We liepen Groot-Ammers uit en kwamen bij de Ammersche Boezem. We wandelden van molen naar molen tot we bij de Kikkerbrug kwamen die ons over het water bracht. Nu liepen we terug richting Groot-Ammers en konden we met de zon in de rug nog extra genieten van dezelfde molens. Uiteindelijk sloegen we linksaf en volgden we het Achterwaterschap tegen de wind in, tussen riet en bloeiend raapzaad. Kilometers lang mochten we hiervan genieten en alsof dat nog niet genoeg was zagen we op een nat weiland maar liefst zeven grutto's! Ook nu moesten we een ommetje maken, De Donk voorbij om eerst een brug te bereiken en daarna terug naar De Donk. Daar aten we onze lunch met een prachtig uitzicht, maar wel vol in de wind. We verloren hier wat slablaadjes. Na de lunch liepen we naar Bleskensgraaf en spotten we nog een paar hazen. Na een korte rust liepen we een stukje langs de graafstroom, om daarna de Giessendamsche binnenvliet te volgen, langs de mooie middelmolen af. In de verte zagen we Sliedrecht. We kwamen dichter bij Hardinxveld maar mochten nog parallel aan het spoor een mooie Tiendweg volgen, met water links en rechts en nog meer raapzaad. We vonden Trijntje, althans het infobord en mochten de Tiendweg nog een eindje volgen. We hadden een korte ontmoeting met een hermelijntje, dat een bezoekje duidelijk niet op de planning had staan. We bereikten de bewoonde wereld. De trein van half vijf gingen we niet meer halen, dus liepen we lekker door langs de Giessen naar het westen en even later langs dezelfde rivier aan de overzijde naar het oosten. Zoiets hadden we vandaag al vaker gedaan! Via een mooi stukje natuur bereikten we uiteindelijk ruim op tijd het treinstation van Boven-Hardinxveld.




Boven-Hardinxveld - Rijswijk-Giessen
We namen vanmorgen drie treinen om in Boven-Hardinxveld te komen, goed bepakt voor drie dagen wandelplezier. Het was alweer een Tiendweg die we mochten volgen, naar het mooie natuurgebied Avelingen. Daarna bracht de route ons op een grasdijk, dit keer niet met schapen, maar met ganzen. Er waren een paar flinke waakganzen bij die niet gediend waren van onze aanwezigheid, maar zonder aanvaring met één van hen kwamen we eraan voorbij. Ons plan was om Gorinchem met een bezoekje te vereren, daar te lunchen en het museum te bezoeken. We kwamen er daar achter dat het veer op zondag geen dienst heeft, maar gelukkig bracht de watertaxi voor ons de oplossing. We konden die reserveren voor half 4 en ondertussen konden we het museum bekijken. Ruim op tijd stonden we bij de afvaarplaats en werden we binnengelaten door het hek, dat na ons ook direct weer sloot. We voelden ons net koning en koningin op onze privéboot, die ons in vijf minuten tijd met een flinke vaart naar Woudrichem bracht. Wat een mooie ervaring! We slenterden door Woudrichem, bekeken het mooie plaatsje en gingen op een bankje rusten. Hier besloten we nogmaals uit eten te gaan en wel op de pannekoekenboot. Met volle buiken wandelden we daarna verder naar Rijswijk, nog een stukje over de dijk, om daarna ons overnachtingsadres in Rijswijk op te zoeken. Op onze prachtige kamer genoten we na van een mooie dag.




Rijswijk-Giessen - Bern
De dag begon met een lekker ontbijtje, geserveerd op de kamer. We zeiden onze mede-pelgrimloopsters gedag en trokken de deur achter ons dicht. De gastvrouw was reeds vertrokken om te gaan roeien. We liepen terug naar de dijk, daar waar we de dag ervoor gebleven waren. Na een mooi stukje door natuurgebied Struikwaard bereikten we de Wilhelminasluis. Even verderop bekeken we het monument scheiding van Maas en Waal en daarna mochten we alweer snel van de weg af.We passeerden verschillende wielen tot aan de batterij onder Brakel. We kregen zicht op de Waal en leerden wat over de geschiedenis van Brakel. Na Brakel kregen we een stukje uiterwaarden onder onze voeten, op weg naar Zuilichem. Voor Zuilichem sloegen we echter rechtsaf de Meidijk op, terwijl het achter ons steeds donkerder werd. Over 20 minuten zou het gaan regenen. We liepen dapper door en kwamen precies op het juiste moment aan bij café De Kraaij, die open bleek te zijn en ook nog eens wat te eten aan kon bieden. We zaten daar een uur, zolang als de stevige bui duurde. Met volle magen stapten we de droge buitenlucht weer in en even later liepen we ons een paar keer bijna vast op een drassig weiland. Met wat kunst en vliegwerk kwamen we over de moeilijkste stukken heen. De nieuwe schoenen bleken goed waterdicht te zijn. Na dit avontuur kregen we bij Aalst weer vaste bodem onder de voeten. We doorkruisten het ons bekende Aalst, brachten via de brievenbus een groet aan familie en sjokten door over de Eendenkade en verderop onverhard, met een omtrekkende beweging naar Nederhemert Noord. De kilometers begonnen te tellen, maar bij gebrek aan slaapgelegenheid hier (onze collega-pelgrimpadders hadden het adres hier al ingepalmd) moesten wij nog een stukje door. Het veer bracht ons netjes aan de overkant en even later wandelden we aan kasteel Nederhemert voorbij. Op een bankje rustten we nog wat uit, met uitzicht op een paar ooievaars. Bij de speeltuin van Nederhemert Zuid sloegen we af naar links, nog een stukje bos door en over de Moffendijk naar onze slaapplaats in Bern.




Bern - Drunen
Na een goede nachtrust en een lekker ontbijt konden we er weer tegenaan. Het was nog geen kilometer lopen naar het Bernse veer, dat ons gratis naar de overkant bracht. Hier wandelden we naar Heusden, waar we rustig doorheen gingen, wat bekeken en een banaan kochten. Na de restanten van het kasteel en een stukje vestingwal verlieten we Heusden. We moesten nu door Oudheusden en over de snelweg, om even verderop de Kooilaan in te gaan, een mooi fietspad door Hooibroeken. Aan het einde rustten we even uit op een bankje, waarna we de zeedijk op liepen, langs prachtige wielen af naar Drunen. Daar waren we al vroeg in de middag. Onze extra inspanningen van de vorige dag maakten dat we vandaag een kortere route hadden. Bij de bushalte hoefden we maar vijf minuten te wachten en ook in Den Bosch konden we vlot de trein in. Onder het genot van onze meegenomen lunch waren we snel terug in Eindhoven.




Drunen - Vught
Nu we wat dichter bij Eindhoven zijn, kunnen we wat vroeger van start met de wandelingen. Vandaag startten we in Drunen, dat we al snel verlieten, om langs de afgraving naar Baardwijkse Overlaat te lopen. Een mooi stukje bos!. We volgden een eind het afwateringskanaal, tot we via een brug naar de overkant konden. Hier liepen we de Loonse en Drunense Duinen in, wat begon met een mooi stuk bos, tot eetcafé De Klinkert. Aan eten waren we nog lang niet toe, dus gingen we vrolijk verder door nog meer bos, ons onderweg verbazend over het steeds veranderende landschap op het Pelgrimspad. Na het polderlandschap en het rivierengebied zaten we nu in bos en hei. We genoten volop en na nog meer bos kwamen we in de duinen, waar het flink waaide en er even een jasje extra aan moest. Eenmaal weer in het bos was de wind een stuk minder aanwezig. Vlak bij De Rustende Jager stond een fijn bankje, De Rustende Wolf, dat ons uitnodigde voor onze lunch. Na een goede rust en een klein stukje weg doken we het bos nogmaals in. Na een uurtje namen we nog eens plaats op een bankje, 't benkske van Annie en Jan, maar wij namen aan dat ook wij welkom waren om vanaf dit bankje even van het uitzicht te genieten: zicht over de velden. Ver achteraan op het veld zagen we twee reeën grazen. We liepen het bos uit bij 't Hoog waar ons pad samenkwam met dat van keizer Napoleon. We wandelden door, de volgende etappe volgend naar de IJzeren Man. We doken daar het bos weer in, de Broekleij volgend. Een prachtig stuk, met veel water nog in het bos en veel modder op de paden. Onze schoenen vonden het allemaal prima! Aan het einde van de IJzeren Man verlieten we de route om naar het station in Vught te lopen, waar we keurig op tijd aankwamen voor de trein, juist toen het begon te regenen.




Den Bosch - Haaren
Deel twee van het Pelgrimspad start in Den Bosch. Hier konden we al om 9 uur starten waardoor we konden genieten van een nog stille stad. Bij de Sint Jan werd het minder stil, we werden hier ontvangen door een vrolijk spelende fanfare. We bezochten even de kathedraal, voor een kort moment van bezinning, in deze meimaand, Mariamaand. Den Bosch kleurde dan ook blauw-wit, naast de Nederlandse vlaggen vanwege de bevrijding.
Via het Bastionder en Bastion Vught kwamen we bij de Dommel, waar we via een smal paadje langs de achtertuinen mochten lopen. we staken het spoor over via een voetgangersbrug en liepen aan de andere kant naar fort Isabella, een verrassende plek. We bezochten kort Het Fort voor een sanitaire stop en bekeken even de hal met verschillende eetgelegenheden. We volgden een tijd het afwateringskanaal, over een modderig pad. Verderop ging het het mooie bos in, langs de Vughtse Lunetten. Na de Lunetten kwamen we aan op het punt waar we vorige week ook waren, bij de Ijzeren Man. Hier vervolgden we de route, staken de Helvoirtse weg over en wandelden over weggetjes en zandpaden door het Kapellebos en Jagershagen. Met bankjes wordt hier niet gestrooid, dus de lunch werd even uitgesteld tot we een fijne bank vonden bij de Haarenseweg, met zicht op kippen en kalkoenen. Na een goede lunch vertrokken we weer, voor de laatste kilometers naar Het Eind, bij Haaren. Tegenover de natuurpoort namen we plaats op het bankje bij de bushalte. De bus bracht ons naar Vught, waar we op de trein konden stappen.




Haaren - Spoordonk
Vanwege het gebrek aan bussen zouden we vandaag een korte etappe lopen. Dat was ook wel prima, want het werd al aardig warm. Bovendien waren er nogal wat hindernissen op ons pad.
We begonnen gemakkelijk, aan kasteel Nemerlaer voorbij, dat we herkenden van een fietstochtje in 2022. In de Nemer stond een koe, die het warmere weer kennelijk al aan voelde komen. Wat verder, voorbij het spoor, wandelden we de Kampina in. We kwamen langs het Belvers ven, bekend van het Brabants Vennenpad. Tot hier geen problemen, maar nu werden de paden modderiger en sommige vennen hadden zich aardig uitgebreid. Uiteindelijk kwamen we er niet onderuit om onze schoenen en sokken uit te doen, de broek tot aan de knieën op te rollen en blootvoets door het water te waden. Geen idee of de koeien die verderop stonden ons uitlachten of meewarig nakeken. Op de heuvel bij het Brandven trokken we de schoenen weer aan, de rest van de route bleek beloopbaar. We kwamen aan hoeve Balsvoort voorbij, dat we eveneens herkenden van het Brabants Vennenpad. Verder ging het door het dal van de Beerze, een prachtig stuk moeras met gele lissen en veel vogels. We spotten daar een lepelaar. Bij de Viermannekesbrug aten we de helft van onze lunch, waarna we snel voort maakten, om de bus te kunnen halen, die slechts één keer per uur rijdt. Niettemin genoten we nog volop van het volgende stuk langs de Beerze tot aan de Spoordonkse watermolen. Keurig op tijd waren we bij de bushalte.




Spoordonk - Steensel
Een koele zomerdag, het zou niet boven de 20 graden worden en er was een fris windje. Dus zagen we onze kans schoon om weer eens een tochtje te lopen. We konden pas om tien uur in Spoordonk zijn, dus begonnen we vrij laat aan deze lange tocht. Zoals beloofd was het lekker fris en konden we lekker doorstappen. Ons eerste doel was De Heilige Eik, met de mooie kapel in het bos. Via de ophaalbrug gingen we even later het Wilhelminakanaal over om verder te gaan over een smal graspaadje langs het omleidingskanaal. Na een moment van stilte bij de Theresiakapel ging de tocht verder over landgoed Baest naar Middelbeers. De kermis aldaar was nog in ruste en wij denderden door, want we wilden in de koelste uurtjes vast wat kilometertjes vreten. We liepen de Landschotse Heide op en bewonderden het Wit Hollandven en het Kromven. De hei stond mooi in bloei, hier was het genieten. Om Keijenhurk heen naderden we het einde van het heidegebied. Via Lantie en Speulhof kwamen we dichterbij Vessem. Na 17 1/2 kilometer besloten we toch maar eens eventjes halt te houden bij een bankje, voor vijf minuten. Daarna liepen we nog een stukje door tot de Jacobushoeve in Vessem. We keken hier wat rond en bezochten daarna de Sint Lambertuskerk. Een rondleiding sloegen we vriendelijk af, we wilden verder op onze Pelgrimstocht. Ook was het hoog tijd voor de lunch, het was al twee uur geweest. De Pelgrimsherberg was gesloten dus namen we plaats op een bankje en nuttigden we onze eigen lunch. Na deze welkome rust liepen we verder via Het bos van Toterfout naar Half Mijl. Daarna ging het via Molenvelden naar Knegsel. Snel waren we daar weer uit, het bos weer in en op de plek waar ooit een middeleeuwse kerk stond namen we heel even plaats op een bankje. De voeten en benen werden behoorlijk moe. Heel lang zaten we niet, want we roken het einddoel en wilden de bus graag halen. We liepen door het bos over de Varkensbaan, maar kregen geen varken te zien. Uiteindelijk bereikten we het viaduct over de A67 en even later Steensel. Daar konden we nog een tijdje uitrusten voordat de bus kwam.




Steensel - Heeze
Met tien minuten vertraging stapten we in de bus, waarvan we dachten dat hij niet meer zou komen. Om tien uur konden we in Steensel het Pelgrimspad weer oppakken. We liepen zo het bos in, op weg naar de Run, ook nog maar eens het grenslandpad volgend. Via Broekhoven ging de tocht verder en even verderop splitsten de twee routes en volgden verder het pelgrimspad. Heerlijk door het bos, tot we een nieuwe voetgangersbrug over moesten, over de Westparallel. Aan de andere kant ging het bos gewoon weer door en even later lipen we op de ons wel bekende Keersopperdreef. Door een stukje bos bereikten we camping De Volmolen, waar we even overheen wandelden om herinneringen op te doen. Voorbij de Volmolen sloegen we af naar Timmereind en het Loon. Langs de oude spoorlijn richting Valkenswaard vonden we een fijn bankje, waar we onze lunch aten. Na deze fijne rust liepen we verder tot Valkenswaard en daarna een stukje richting Aalst, tot we het bos weer in doken. Er bloeide nog wat hei en via een fijn pad bereikten we Achtereind. Snel gingen we weer van het fietspad af, het bos in, naar het Meeuwven. Hier namen we plaats op een bankje om wat te rusten en te genieten van de omgeving. Toen we weer verder liepen kwamen we snel aan de Hut van Mie Pils voorbij. Aan de andere kant van de autobaan wachtte het laatste stuk bos dat we mochten doorkruisen richting Heeze. We kwamen een reetje tegen dat door de bomen heen nieuwsgierig naar ons keek. Vlak voor Heeze hielden we nog even halt, we hadden tijd genoeg voor de trein zou komen. Onze jas hingen we aan de kapstok aan de boom, nooit geweten dat daar een gelegenheid voor was. We namen de jas even later toch maar weer mee in de rugtas en eindigden de tocht bij het station van Heeze.




Heeze - Maarheeze
Na wat schermutselingen kon de sprinter naar Heeze vertrekken en stonden we om half 10 klaar voor vertrek in Heeze. Eenmaal de Nederlands hervormde kerk gepasseerd liepen we het groen in, langs kasteel Heeze af. Het was heerlijk koel en het zonnetje keek vriendelijk toe hoe wij voortgingen. Na een stukje bos liepen we zo de Strabrechtse Heide op. Daar vertoefden we een hele tijd, want we moesten er dwars doorheen. Dat was geen straf, het was er prachtig en we kwamen ook nog eens precies op het juiste moment bij de schaapskudde aan, die juist het pad overstak om naar een andere plek geleid te worden. We liepen langs het Beuven af, het grootste natuurlijke ven van Nederland, en na het Starven kwamen we weer eens in een stukje bos. Na een grote boog door bos en hei kruisten we uiteindelijk de Somerenseweg, om aan de andere kant het bos weer in te duiken, de Somerense hei in. Hier liepen we over verschillende kleine, kronkelende paadjes door het bos, erg verrassend. Bij een picknicktafel namen we pauze om onze meegenomen maaltijdsalades te eten. We liepen met volle buiken verder in westelijke richting langs het Keelven af en draaiden toen weer naar het zuiden, verder door het bos. Na het stuk door de velden, waarbij we een tijd zicht hadden op een roofvogel, een mooi schouwspel. Aan de andere kant van de velden doken we nogmaals het bos in, om bij een gedenkteken (een grote kei) een moment uit te rusten. Twee andere pelgrimpadders voegden zich even bij ons (we spraken elkaar vanmorgen in Heeze al), we kletsten even wat en daarna vertrokken wij als eersten weer. Aan het einde van de dagetappe besloten we via Maarheeze naar het station te lopen, wat nog een aardig stukje was. Geen probleem, want de bus liet toch nog een tijdje op zich wachten. Die zette ons uiteindelijk wel bijna thuis af!




Maarheeze - Weert
De bus bracht ons vanmorgen naar Maarheeze, waar we aan de andere kant van het spoor zo snel mogelijk het bos indoken. We werden meteen verrast door een paar vliegenzwammen, de eersten van het seizoen. Na 2 1/2 kilometer pakten we de route weer op en liepen we eindeloos door het bos. We bereikten de grenskerk, deden een schietgebedje en stonden even later op de uitkijkpost Weerterbos. Burlende herten zouden leuk zijn om te zien, maar helaas werd er vandaag niet geburld. Dat nam niet weg dat we genoten van bos en hei. We keken even rond bij Peerkesbosch,staken wat verderop autobaan en spoor over om verder te gaan door de Weerter en Budelerbergen. Het werd etenstijd, maar een bankje vonden we pas bij de Geuzendijk. Dat gaf ons een mooi uitzicht op de herfstbomen en met smaak aten we onze lunch. Die was mooi op tijd op om het bankje af te staan aan twee vermoeide mensen. Wij konden met volle magen en uitgeruste benen verder, naar de Boshoverheide met zijn grafheuvels. Het laatste stuk ging langs de weg en het kanaal en zo kwamen we bij het natuur- en milieucentrum IJzeren Man. We bezochten het centrum en de tuin en keken uitgebreid rond. We liepen nog een ommetje alvorens bij de bushalte te wachten op de bus die ons via de toeristische route thuis zou brengen.




Weert - Ell
Na een uurtje in de bus startten we onze wandeling vandaag bij de IJzeren Man, waar de hardlopers zich warm liepen voor hun cross. Wij lieten ze begaan, zeiden trainer Ton gedag en wandelden het bos in, langs de kinderboerderij af, waar we zowaar een burlend hert zagen! Aan het einde van het Blauwe meertje sloegen we linksaf. De ochtend stond in het teken van de sport, nu liepen we gelijk met een ATB-toertocht die vandaag georganiseerd werd. Niet gek dat ze een stuk Pelgrimspad hiervoor gekozen hebben, want het is hier erg mooi. We liepen door de Tungelerwallen naar Ell. Daar stond een bankje bij de kapel, waar we dankbaar gebruik van maakten om onze lunch te nuttigen. Uitgerust en verzadigd liepen we daarna verder door Tungelroy, langs de kerk en de molen af en dan weer het bos in. Nu kwamen we de volgende georganiseerde aktiviteit tegen: een natuurwandelroute vanuit Ell. Na een uurjte rustten we nog een paar minuutjes in het bos, waarna we via een leuk bruggetje de Tungelroyse beek overstaken. We kregen nog een leuk stukje bos op ons pad, met een watertje erin en een waarschuwing voor bevers die overlast bezorgen. Van dat laatste hebben we niets gemerkt. Het pad naar Ell was modderig en omgeploegd, maar dat was mensenwerk.




Ell - Roosteren
We hadden een mistig begin, maar dat mocht de pret niet drukken, er viel genoeg te zien dichtbij, ook al nodigden de landwegen uit tot vergezichten. We passeerden vele kapelletjes en kerken, wat begon bij Hunsel. Na Ittervoort, waar de Itterbeek de landsgrens vormt, gingen we even op de grens staan. We bleven echter in Nederland en wandelden naar Thorn. De Abdijkerk vereerden we met een bezoek. Om 12 uur stapten we weer naar buiten, een mooie tijd om plaats te nemen in het pannenkoekenhuis, nu het buiten nog best kil was. Ondanks de drukte (er was voor ons nog net een plaatsje vrij) werden thee en pannenkoek snel geserveerd en duurde het gezellige oponthoud in dit restaurant slechts 40 minuten. Buiten merkten we op dat het wat helderder begon te worden. Om de kerk heen liepen we, tegengesteld aan het grenslandpad. We dachten even eerste hulp te moeten gaan verlenen aan een hevig huilend meisje met een bloedend hoofd, maar het bleek nogal mee te vallen. Eenmaal gerustgesteld, gezeten op een daar aanwezige roze wolk, was het leed alweer geleden. Wij zetten onze tocht voort, België in, naar Kessenich.We bekeken de kerk en de grafkapel van baron Michiels, prachtig gelegen op een heuveltje. Via de Luurskapel bij Geistingen liepen we naar jachthaven De Spaanjerd, waar vele bootjes lagen. We vervolgden de tocht langs de Maas naar Aldeneik. De houten bank bij de kerk was vochtig, maar een eid verder bij de begraafplaats vonden we een droog bankje, waar we even dankbaar gebruik van maakten. De zon kwam nu door, zodat het laatste stuk nog extra genieten werd. Er bleek een mooie verbinding te zijn tussen de twee Limburgen en zo kwamen we terug in Nederland, voor het laatste eindje naar Roosteren, mooi op tijd om de bus te halen.




Roosteren - Sittard
Na een rondje door Roosteren met de bus stapten we uit op de Maaseikerweg, waar we vrijwel direct de route weer op konden pakken. Bij de Mariakapel sloegen we af, langs de Maas af, op weg naar Illikhoven. Over een mooi dijkje ging het verder naar Papenhoven. We liepen nu even oostwaarts, langs een grote berg aardappels af naar het Julianakanaal. Via het sluiscomplex bereikten we Born. We liepen even naar het kasteel toe om herinneringen op te halen van de fietsvakantie door Limburg in 2002, met de kinderen.
Net buiten Born streken we neer op een bankje om onze lunch te eten. Met volle magen liepen we even later door het mooie Limbrichterbos, waar we genoten van alle kleur om ons heen. Na het bos bekeken we kasteel Limbricht van buiten, vanaf de gezellige binnenplaats. Ook de Sint Salviuskerk was de moeite waard. Nu was het niet ver meer naar het station van Sittard, waar we net na twee uur alweer de trein instapten.




Sittard - Voerendaal
Ook deze ochtend waren we vroeg vertrokken, we zouden onze etappe namelijk wat verlengen. Na een stukje door het mooie Sittard kwamen we snel in het bos en volgden we naast het Pelgrimspad ook het Pieterpad, dat hier gelijk loopt. Een feest van herkenning dus en de bomen en struiken vierden het met ons mee met hun uitbundige herfstkleuren. Vlak voor Puth kwamen we een Pieterpadder tegen, waarmee we even een eindje opliepen en wat kletsten. Bij kasteel Terborgh besloten we naar binnen te gaan om in de gasterij te lunchen. Na een heerlijk maaltje konden we met warme handen weer verder op tocht. Met zicht op het modelvliegveld splitsten we ons af van het Pieterpad en gingen we voor nieuwe indrukken richting Nuth. Dat lieten we links liggen. Vandaag mochten we kennis maken met Swier en Weustenrade, plaatsjes die nooit voorkomen in de topografielessen op school. Het Puttervoetpad tenslotte klonk veelbelovend en was ook heel mooi, maar Puttertjes werden niet gespot. Wel zagen we kasteel Puth tussen de herfstbomen door, terwijl we het laatste eindje stevig doorstapten, zodat we mooi op tijd waren voor de trein om vier uur.




Voerendaal - Schin op Geul
Een lentedag in de herfst, dat werd ons beloofd. Het weer overtrof al onze verwachtingen, het was zacht (het werd 18 graden) en zonnig. Met windkracht 4 uit het zuidwesten was het flink doorstappen, zeker bergop, maar de wind was zwoel en we genoten ervan. Als eerste kwamen we langs kasteel Cortenbach, waarvan vooral de voorburcht tot de verbeelding spreekt, met de mooie torentjes.Over het akkerland liepen we naar Kunrade en daar bestegen we de Kunderberg, op weg naar Ubachsberg. We passeerden de hoogstgelegen molen van Nederland en verder ging het door velden en dorpjes. We lunchten heerlijk in het zonnetje, op een bankje tussen de velden. Met prachtige uitzichten bereikten we het Eyserbos, dat ons een mooie afwisseling bracht deze dag, we genoten van de gele herfstbladeren van de bomen. We naderden Gulpen, maar dat ging niet zonder slag of stoot. De regen van de afgelopen week had een modderpoel gemaakt van het grasland waar we over moesten. Een alternatief was er niet, dus sopten we tot over de broekspijpen door de diepe modder. Wonder boven wonder bleven de voeten droog, wat erg plezierig was voor het vervolg van de tocht. In Gulpen rustten we even op een bankje bij de Oude Petruskerk. Al snel gingen we weer verder, prachtig over de Dolsberg. We genoten van een valk die zijn vliegkunsten uitgebreid aan ons toonde. Na kasteel Wijlre hadden we wat oponthoud, want het pad langs de Geul bleek nog altijd afgesloten te zijn. De informatie aldaar leerde ons dat we de groene paaltjes moesten volgen, maar ja, vonden we die naar links of naar rechts? Uiteindelijk kozen we de ons bekende omleiding, die goed bleek te zijn. Na Stokhem keerden we terug naar de Geul, hopend dat de ondergrond niet te nat zou zijn, nu onze voeten nog altijd droog waren. Een stukje modder kregen we echter toch, maar na de ervaringen eerder deze dag kon niets ons meer tegenhouden. De Geul stroomde stevig, het was een mooi schouwspel. Zo kwamen we aan in Schin op Geul, waar we mooi om 4 uur met modderschoenen de trein in konden stappen. Wat een prachtige dag!




Schin op Geul - Maastricht
Met wat extra overstappen kwamen we stukje bij beetje dichter bij Schin op Geul, waar we om half 11 konden starten met de wandeling. Het was rond het vriespunt, maar met een strakblauwe lucht was het lekker in het zonnetje. Al snel weken we af van de ons bekende Geuldalwandeling, om de Schaelsberg te beklimmen naar de Kluis. Wat een mooi plekje. Na de afdaling kwamen we uit bij de Drie Beeldjes. Kasteel Schaloen stond te stralen in het zonlicht. Wij mochten eraan voorbij lopen, op weg naar de Sint Jans boskapel, die midden in de velden staat. Ver der ging het door het heuvellandschap, over een bevroren modderpad en met hier en daar rijp op het groen en de paaltjes. De Schaapsput lag er prachtig bij en de schaapjes graasden in de wij. We ontmoetten hier even het Krijtlandpad, maar volgden ook meteen weer een ander paadje, op weg naar Scheulder. Kronkelend over paden met prachtige uitzichten, onderwijl kauwend op een broodje kaas, bereikten we de Bundersberg. Een bankje in de zon nodigde ons uit plaats te nemen om wat worteltjes te knabbelen en uit te rusten. Na de rustliepen we door naar de Julianagroeve en de Koeberggroeve, waar we de mergelwanden konden bewonderen. Niet veel later bereikten we Cadier en Keer, dat we net zo snel weer verlieten om over een mooi onverhard pad naar Maastricht te lopen. De zon was ondertussen verdwenen, maar toen we eenmaal dwars door het zuiden van Maastricht waren gegaan kwamen we bij de Maas uit, waar lampjes een mooie sfeerverlichting boden. Na een korte pauze aan de Maas wandelden we noordwaarts tot de Sint Servaasbrug. Hier werden we opgeslokt in de drukte, die in het centrum alleen maar toenam, want de kerstmarkt op het Vrijthof was begonnen. Met enige moeite bereikten we de Sint Servaasbasiliek, ons einddoel, het nederlandse eindpunt van het pelgrimspad. Een vriendelijke dame maakte een mooie foto van ons, waarna we via een rustigere weg terugliepen naar het station.




Cadier en Keer - Visé
Toen we in februari weer in de gelegenheid kwamen om te gaan lopen besloten we om deze laatste Pelgrimspadetappe nog even uit te stellen. Reden was het Romeinse Limespad, waarvan we de eerste etappes graag wilden lopen voor de start van het broedseizoen. De meivakantie werd een goed moment voor onze laatste Pelgrimsetappe, omdat we een week in Gulpen zouden vertoeven.Na 4 dagen Dutch Mountain Trail was het nog net niet te warm om van Cadier en Keer naar Visé te lopen, een dag later was het zomers warm. De route was verrassend mooi. Vooral het stuk door het Savelsbos, wat ook zomaar daslookbos zou kunnen heten. Eindeloos liepen we over witomlijste paden, de daslook stond volop in bloei! We kwamen wat groeves tegen en een indrukwekkende put, de Henkeput. We volgden een stukje Krijtlandpad en kwamen bij een prachtige beuk, waar we een dag eerder ook gestaan hadden tijdens onze trail. Nu ging het in tegenovergestelde richting, naar Mesch. Volgens het infobord daar eindigt hier het Nederlandse deel van het pad. Logisch, want even later loop je België in. Eerst een stukje Vlaanderen, gevolgd door Wallonië. Berneau verraste ons met zijn kasteel en hoge spoorbrug. Af en toe ontmoetten we de Berwinne, een mooi riviertje. We maakten een omtrekkende beweging rond Visé, om uiteindelijk via het zuiden het plaatsje in te lopen. De Kapittelkerk van Sint-Martinus en Sint-Hadelinus was een prachtig eindpunt van onze pelgrimage.