Kundlerklamm, Wildschönau
Stipt op tijd leverde de nachttrein ons 's morgens af in Wörgl,waar we meteen begonnen aan een mooie wandeltocht. We liepen door Wörgl en vervolgden onze weg naar de Lechner waterval. Het werd al aardig warm, het bos bracht een aangename verkoeling. We genoten een tijdje bij de waterval en besloten daarna door te lopen naar de Kundler Klamm. Dat bleek een flinke wandeling, want we moesten het bos uit, het dal door richting Kundl. We lunchten in de schaduw van een notenboom en met nieuwe energie kwamen we in Kundl. We volgden de Ache richting Klamm. Via een mooie entree door een rots betraden we de klamm. We liepen rustig naar boven, ook in de klamm was de zon goed aanwezig. Uiteindelijk liepen we door tot in Mühltal, waar we wachtten op de bus naar Niederau, waar ons huisje voor de eerste vijf nacht stond, in een rustig Almdorf.
Roßkopf
De bergbanen kregen we er hier in het Wildschönau gratis bij, dus namen we vanmorgen meteen de Markbachjochbahn naar boven. We volgden de gele bordjes richting de Roßkopf. Er volgde een pittig klimmetje door een bos met boomwortelpad. Op de top van de Lahnerköpfl rustten we even. Daarna daalden we een stukje naar Halsgatterl, waar we een mooi kapelletje aantroffen. Twintig minuten later stonden we op de Roßkopf. We genoten van het uitzicht en een stukje chocolade en daalden vervolgens af naar Horlerstiegl en verder naar de Holzalm. Hier aten we onze lunch op een bank in de schaduw van de koeienstal. Terug bij de lift nodigde een hangmat uit er even in te gaan liggen.
We hadden nog tijd genoeg en wilden graag nog boven blijven, waar het net wat minder warm was dan beneden. We liepen naar de Markbachjochkapelle vlak bij de lift en gingen daar een tijdje zitten. Drie minuten verderop stonden we op de Markbachjoch en ook hier was het uitzicht prachtig.
De kabelbaan bracht ons terug naar Niederau. 's Avonds, lekker knus in ons huisje zittend, volgden er een paar pittige buien.
Schatzberg, Holzmuseum
Vandaag namen we de bus naar Auffach, want ook daar konden we gratis omhoog, met de Schatzbergbahn. We wandelden de Schatzberg Rundwanderung, die begon met een klimmetje naar de Schatzberg. We hadden daar een machtig uitzicht over vele bergen. Even verder bij de Hahnkopf gingen we ook nog even zitten en daarna daalden we af naar een bergmeertje, waarin het wemelde van de kikkervisjes. Via de Gernalm gingen we terug naar de kabelbaan. We zochten daar een schaduwplekje om onze lunch te nuttigen. Na de lunch lieten we ons door de kabelbaan terugbrengen naar Auffach. We volgden de Holzweg tot het Holzmuseum, dat we met een bezoekje vereerden. Een wasknijper was ons toegangsbewijs. Alles wat je maar kunt bedenken van hout was daar te vinden, in 20 verschillende ruimtes. We gingen kriskras door het huis en zelfs over het dak. Na dit vermaak wandelden we een stukje langs de Ache tot aan de bushalte bij Haflingerhof.
Filzmoos
We wandelden vanmorgen vroeg aan, met oog op de komende regen. We klommen gestaag over een asfaltweggetje, op een gegeven moment door het bos en verderop werd het een smal, af en toe glad paadje met boomwortels en modder. Bij het Wildgehege rustten we even, maar niet lang, want het begon te spatten. We daalden naar Jaussenstation Foisching, waar we onze regenpakken aantrokken. Na nog een stukje afdalen over een asfaltweggetje kwamen we op de Auweg, een mooi paadje langs een stroompje, met info-bordjes over planten. Het regende ondertussen behoorlijk. Bij de kabelbaan aangekomen besloten we omhoog te gaan. We waren net op tijd boven, want de kabine begon te lekken boven het hoofd van Wim. We bezochten boven het toilet en gingen daarna meteen weer terug naar beneden, want boven viel verder niets te beleven met die nattigheid. Er volgden ook nog een paar klappen onweer.
Onze lunch aten we in ons huisje. We childen daar tot het droog was en gingen toen nog naar buiten voor een klein ommetje.
Oberau
Voor de laatste keer bracht de Markbachjochbahn ons naar boven. Vandaag zouden we op eigen kracht afdalen, via de Anton-Graf-Hütte, waarbij onze broekspijpen niet droog bleven op het smalle graspad. We staken een stroompje over, waarbij de schoenen nog natter werden, maar het zonnetje scheen lekker, terwijl het met de warmte wel meeviel. Na anderhalf uur kwamen we aan in Oberau. We stapten familiepark Drachental in (alles in het Wildschönau gaat over een draak) en rustten een tijdje op een bankje. We besloten dat we niet op de rodelbahn wilden en wandelden verder langs de kerk en Antoniuskapel naar de Waldweg. We lunchten op een bankje met uitzicht op Oberau en wandelden daarna terug via de mooie Waldweg. We ontmoetten een gouden tor en twee geiten met lange baarden en kwamen zo weer in Oberau. We volgden de Franziskusweg naar Niederau. Daar aangekomen liepen we nog even door naar de kabelbaan, waar op een veld de paragliders landden. Een mooi schouwspel.
terug bij ons huisje relaxten we en pakten alvast wat spullen in, ons verblijf hier zat er bijna op.
Bayreuther Hütte
Met alle spullen op de rug lieten we ons fijne huisje achter ons en liepen we naar de bushalte. De bus bracht ons naar Wörgl, de trein bracht ons naar Kundl. We hadden besloten vanaf hier de huttentocht te beginnen. Via Breitenbach kwamen we bij het Museum Tiroler Bauernhöfe, dat we links lieten liggen, want we hadden een flinke tocht voor de boeg. We wandelden langs de Reintalersee, de Krummsee en de Buchsee. Bij een watermolentje lunchten we en mochten de voeten even in het stroompje. Het was al aardig warm toen we bij Kramsach begonnen aan onze klim van 1000 hoogtemeters naar de Bayreuther Hütte. We volgden steeds grindwegen, al slalommend naar boven. Regelmatig rustten we even op een plekje in de schaduw. Wat hoger zaten we in het bos, dat meer verkoeling gaf. Veel elektrische mountainbikes kwamen we tegen, allen voorzichtig afdalend op dit steile pad met z'n scherpe bochten. Keurig volgens schema bereikten we, flink vermoeid de Bayreuther Hütte. Om vijf uur zaten we al te genieten van een bord Sauerkraut mit Kaspressknödel, een stevige maaltijd. Ons ontbijt voor de volgende ochtend hadden we ondertussen al uitgekozen en met een krijtje op het keuzebord geturfd. Dat bord kwam niet vol, er waren slechts vier gasten en zo sliepen we in onze eerste berghut dan ook op een privékamer.
Erfurter Hütte
Met uitzicht op het Zillertal en ons kerkje ontbeten we buiten. Het beloofde weer een stralende dag te worden. Om kwart voor negen liepen we aan, het ging een beetje op en af, deels door het bos, naar de Sonnwendbichlalm. Stilletjes aan gingen we meer omhoog, via een slingerpad bereikten we de Schermsteinalm. We tapten daar water en rustten wat. Ook onze oren moesten even herstellen van een een schelle fluit van een marmot, heel dichtbij. Na een plezierig smal bergpaadje moest er opnieuw stevig geklommen worden, want we moesten over de Krahnsattel. Af en toe stonden we stil om naar een marmot te kijken.
In de schaduw van een rotsblok lunchten we. Het laatste stuk naar de Erfurter Hütte werd het steeds drukker met dagjesmensen. Om kwart over één meldden we ons in de hut en brachten we onze spullen naar onze privékamer. Daarna dronken we thee met een stuk taart in de hut. We gingen nog wat rondwandelen, naar een klein watertje een stukje onder de hut. Daar zaten veel salamanders in. We liepen ook nog naar de familieklettersteig Felix und Charlotte, die Yvette graag even wilde klimmen. Ondertussen had de adelaar van AirRofan al flink de aandacht getrokken. Yvette deed de klettersteigset uit, trok de stoute schoenen aan en maakte een prachtige vlucht met deze adelaar. Na al dit avontuur was het tijd voor een rustige avond rond de hut.
Haidachstellwand
Even bedachten we dat we naar het dal zouden gaan, want het regende en dat zou de hele dag duren. Maar beneden was geen slaapplek, dus bleven we toch maar boven. Het werd droog en om kwart over negen liepen we aan naar de Haidachstellwand. Na een uur stonden we aan het begin van de klettersteig. Yvette klom naar boven, moeizaam, want het was een pittige instap met grote afstanden tussen de stappen. Wim volgde het pad onderlangs en na een tijd ontmoetten we elkaar weer boven en wandelden we samen naar het kruis. We werden getrakteerd op heel veel edelweiß en genoten volop. Een eindje verder was nog een gezekerd stuk, waar ook Wim niet aan ontkwam. Eenmaal weer stevig op de voeten zagen we een grote groep gemsen onder ons. We liepen nu naar de Mauritzalm, vlak bij de Erfurter Hütte. We lunchten daar en liepen daarna rustig naar de hut. In de hut gingen we zitten dobbelen en later eten. 's Avonds gingen we nog even naar buiten, naar het watertje onder de hut. Daar was het heerlijk stil. Met thee en spelletjes sloten we weer een geslaagde dag af, blij dat we niet naar beneden waren gegaan.
Achenkirch
In regenkleding begonnen we vanmorgen vroeg de afdaling. Het regende niet maar we liepen door de mist.Af en toe ontmoetten we een alpensalamander, die beestjes houden wel van dit weer. We zagen ook wat gemsen, wel wat wazig, want het zicht was niet best. Bij de Dalfazalm ging de regenkleding uit, het zou te warm worden nu we 300 meter moesten stijgen. Later gingen de broekspijpen er ook af, die werden kletsnat in het gras. De koeien hadden het pad er niet gemakkelijker op gemaakt, het werd één groot modderballet. Bij het dalen moesten we flink voorzichtig zijn vanwege de gladheid.
We passeerden de Kotalm Hochleger (bijna niets van over), Mittelleger (iets meer van over) en Niederleger (nog intact). Op het laatste stuk naar de Achensee kwamen we bij een mooie stroom, waar we konden lunchen, zittend op een paar droge rotsblokken. De afdaling eindigde bij Seehof, waar een mooi kapelletje staat. Langs de Achensee wandelden we naar Achenkirch. We bezochten het Heimatmuseum, wat een leuk tijdverdrijf was. Na dit bezoekje was het tijd om ons appartement voor de komende nacht te bezoeken.
Plumsjochhütte
We werden vroeg wakker, ontbeten onze gekochte fruit en yoghurtjes op de kamer en gingen om kwart over zeven al van start. Het was nog lekker koel, de zon bleef nog even weg en zo zaten we snel op de Mariensteig langs de Achensee. Het was een flinke trippel naar de Gaisalm. We wandelden verder door richting Pertisau, maar net daarvoor sloegen we rechtsaf, het bos in, de berg op, over de Seebergsteig. We kwamen bij de Pletzachalm en ondertussen was de zon flink doorgekomen. We liepen een eind door de zon over de alm en zochten een schaduwplekje om te eten. Verder liepen we na de lunch, door de zon naar de Gernalm, waar we water tapten. Nu moesten we nog 400 meter steigen over een brede, steile, zonovergoten grindweg. Bij ieder schaduwplekje stonden we even stil en bij een watertje verfristen we ons even. Vlak voor we boven waren werden onze inspanningen beloond: we zagen een adder, waar we uiteraard even de tijd voor namen. Daarna volgden de laatste loodjes, naar het kruis van de Plumssattel, waar we een foto namen, alvorens door te lopen naar de hut. We meldden ons aan, maar konden nog niet op de kamer. We gingen voor de hut zitten en kletsten wat met twee jonge belgische mensen.
Onze avondmaaltijd kon vanavond weer buiten gegeten worden, het weer was prachtig. Het uitzicht ook trouwens! Na het eten konden we dan ook nog volop genieten van een fijne avond buiten, bij deze rustige, fijne hut.
Falkenhütte
Na een prima nachtrust op een privékamer in het bijgebouw en na een prima ontbijt, liepen wij tegen acht uur als eersten aan. Een plezierige afdaling over een leuk paadje, met af en toe een stroompje waar we over moesten. Verderop moesten we de grindweg volgen, tot we afsloegen, een bospaadje in richting Hagelhütte. Bij een riviertje rustten we uitgebreid, de voetjes mochten badderen en we aten een appeltje. We daalden af tot de asfaltweg naar de Ahornboden. Deze weg moesten we een stukje volgen, tot we linksaf een grindweg op konden, het Laliderertal in. Het eerste stuk liepen we nog in de schaduw, helaas hielden steekvliegen ons gezelschap. Veel stilstaan was er daarom niet bij. Aan de andere kant van de Lalidererbach ging het pad verder door de zon. Na een hele tijd kozen we een plekje in de schaduw van een boom, om de voeten te laten rusten en om te lunchen. Na deze goede rust liepen we verder het dal in tot aan de Laliderer alm. Bij een heel klein kapelletje rustten we even en daarna gingen we de laatste 300 hoogtemeters bergop maken. De zon verstopte zich achter de wolken, wat de klim een stuk aangenamer maakte. Bovendien liepen we over een leuk bergpad en zagen we veel gele Enzian.
Keurig volgens schema kwamen we net na half drie aan bij de Falkenhütte. We namen op het terras plaats, want ook hier konden we nog niet inchecken. Toen dat om vier uur wel kon waren we er snel bij, na ons volgde een flinke rij wachtenden. De hut was flink verbouwd sinds we er 19 jaar geleden geweest waren. Rond de slaapruimtes was het nog wel herkenbaar. Wij maakten onze bedden op in een privékamertje. We gingen daarna in de Gästestube zitten en deden een paar spelletjes, tot we konden gaan eten. Ondertussen regende en onweerde het stevig, vlak boven de hut.Na het eten en nog wat spelletjes en thee gingen we op tijd naar bed.
Lamsenjochhütte
De nachtrust was goed. We waren vroeg op, ontbeten haast als eersten en om tien voor acht liepen we aan.We startten in regenpak, maar de regen was net gestopt. Het eerste stukje afdalen ging lekker, tot we een lastig stukje puinhelling kregen waar het pad weg was. We daalden daar moeizaam een stukje om er veilig overheen te komen. Even later ging het toch wat regenen. We gingen het zadel over en toen begon de afdaling naar de Engalm. Eventjes regende het wat harder, maar boven de Englam kwam de zon door en werden de regenpakken te warm. We kwamen onze belgische vrienden van de Plumsjochhütte tegen en kletsten even. Zij waren op weg naar de Falkenhütte. We pauzeerden bij de Engalm. Na deze pauze gingen we stijgen, over de grindweg naar de Binzalm. Even verderop rustten we in de schaduw en aten we ons brood. Daarna kuierden we weer aan, steeds hoger, ook over een smaller pad, door prachtige natuur met veel bloemen en een hoop koeien. We bereikten het volgende zadel, waar we even rustten, met zicht op de Lamsenjochhütte. Even verderop stonden we weer stil, om te genieten van een groepje steenbokken. Eenmaal bij de hut rustten we wat uit op een rotsblok en wat later bezochten we het kapelletje. Om vier uur dumpten we onze spullen in de droogruimte, checkten in en richtten onze bedden in, op een Lager van 12 bedden.
We gingen aan een tafel in de Gästestube zitten en kregen gezelschap van twee duitse dames. Om half zes mochten we ons eten bestellen. We kletsten wat met de dames en na het eten puzzelden we wat en speelden we een paar spelletjes.
Schloß Tratzberg, Zillertal
We waren nog maar eens heel vroeg op, pakten onze spullen bij elkaar, haalden schoenen en tassen uit de droogruimte en zetten de boel alvast buiten. Het was stralend weer. We zaten snel aan het ontbijt en hoefden zodoende, in deze volle hut, niet te wachten in de rij. Om tien over half acht liepen we aan, bergafwaarts richting Wolfsklamm. We kwamen wat gemzen tegen, net als 19 jaar geleden. Het werd snel warmer, maar het afdalen ging best vlot. We liepen de Stallenalm voorbij en volgden een droogliggende rivierbedding. Verderop doken we het bos in, waar weer veel schaduw was. Na een flinke afdaling bereikten we de Wolfsklamm, waar bleek dat je daar niet meer door afdalen kon. Erg jammer. In plaats daarvan klommen we via de Marienbrücke naar de Georgenberg, waar we wat rondkeken en rustten. We daalden weer af, de kruisweg volgend richting Tratzberg. Ook dit was een flinke tocht. Op een bankje in het bos lunchten we en daarna liepen we het laatste stukje naar het slot. We kwamen hier behoorlijk verhit en vermoeid aan. Het slot bleek te bezichtigen te zijn en de rondleiding begon bijna. We sloten ons aan en Xaver leidde ons rond over de prachtige binnenplaats en door het mooie slot. Na dit bezoek lieten we ons naar beneden brengen door het toeristische treintje. Aan de weg beneden besloten we naar Jenbach te wandelen, aangezien de bus lang op zich liet wachten. Dat werd nog een flink stuk lopen in de hitte en half gesmolten stapten we uiteindelijk de Zillertalbahn in. In Fügen stapten we uit en wandelden we naar Gasthof Aigner, onze slaapplaats voor de laatste drie nachten van deze vakantie.
Hart
We waren vroeg op, met spierpijn dit keer. We maakten gebruik van het ontbijtbuffet. Met veel minder bepakking dan tijdens de huttentocht wandelden we naar Kleinboden. Bij Schönes Aussicht sloegen we linksaf, de weg onderdoor en naar de Ziller.We wandelden naar Almdiele, die helaas gesloten was. Dus liepen we meteen door naar de waterval, waar we foto's maakten en een tijdje genoten. Nu wandelden we via het Naturlehrpfad naar Oberhart. Achter de kerk werd wat aangebouwd, dus moesten we over de weg naar de ingang. De klokken luidden voor ons en wij betraden de kerk. Herinneringen kwamen weer boven.
Vervolgens daalden we door het bos af naar Niederhart. We stapten binnen bij Bettina, die we meteen troffen, maar weing tijd had omdat ze aan het werk was. We gingen meteen door naar Max, waar we even een praatje maakten voor de deur. Hierna deden we Harterhof aan, maar die bleek nog gesloten. Achter op de veranda zaten wat medewerkers te pauzeren en toen Betty ons herkende mochten we op de veranda gaan zitten, kregen we te drinken en konden we daar onze lunch eten. Na dit leuke treffen wandelden we naar Fügen terug, waar we nog een ommetje liepen en ons verbaasden over de vernieuwingen. Rond drie uur waren we terug op onze kamer. Vanaf het balkon aan de achterkant van het gasthof hadden we zicht op "ons kerkje". Tegen vijven wandelden we terug naar Harterhof om daar te eten. Na een uitgebreide maaltijd en een korte ontmoeting met Tresl liepen we nog even een stukje Hart in en ontmoetten we mevrouw Bichler. Erg leuk al die ontmoetingen na vijf jaren van afwezigheid!
Putzatal, Fügen
Na het ontbijt vertrokken we naar het Putzatal boven Fügen. We kwamen eerst langs de waterval en vervolgden onze weg naar de speelplaats bij de Marienbergkirche. Hier kwamen we al in 1997 met de kinderen. In dit gebied was veel veranderd, er viel veel te beleven voor kinderen. We bezochten het kerkje even en liepen daarna verder, op weg naar Goglhof. Ook hier was veel veranderd. We rustten even uit, gingen via dezelfde weg terug en volgden de bordjes Astenkapelle. Er waren twee kapellen, die we beiden bezochten. Vervolgens liepen we onder de Spieljochbahn door naar de Pankrazkirche. We zochten een bankje in de schaduw om te lunchen en daalden na het eten af in Kleinboden. In Uderns besloten we door te lopen naar Kaltenbach, waar we om drie uur hadden afgesproken met mevrouw Eberharter. Naar Ried liepen we over een zonovergoten weggetje. We rustten op het station en vervolgden onze weg langs de Ziller, wat een stuk aangenamer was. Een hartelijke begroeting volgde in Uderns en op het terras van een café kletsten we gezellig bij. Om half vijf namen we afscheid en gingen we met de trein terug naar Fügen.
Kristalwelten, Innsbruck
De drie nachten zaten erop, dus pakten we de hele boel weer in en liepen naar het station.We gingen naar Wattens om daar de Swarovski Kristalwelten te bezoeken. Nadat we alle ruimtes hadden bezocht liepen we een rondje door het park van het museum. Na dit bezoek hadden we nog veel tijd over en besloten we naar Innsbruck te gaan. We dronken een kruidentheetje onder het gouden dak en zaten een tijdje in het koele park. We liepen nog wat rond en zochten een eetgelegenheid. Rustig liepen we daarna terug naar het station, waar we geduldig wachtten tot de Night Jet zou arriveren. Onze belgische vrienden zagen we ook nog even op het perron, die bleken heel toevallig dezelfde trein te nemen. Onze coupé kwam vol te zitten en met wat blokken slaap gingen we snel door de nacht. De aankomst werd met twee uren vertraagd, rond het middaguur waren we terug in Eindhoven.