In deze rare Coronatijd besloten we te gaan fietsen door Nederland, een tocht die toch al op de planning stond. We reden de eerste dag met de wind op kop door het Brabantse land. Bij De Flaes stapten we af om voor een euro de prachtige uitkijktoren te beklimmen en van het uitzicht te genieten.
In het oudste processiepark van Nederland, bij Baarle-Nassau, aten we onze lunch. Daarna reden we vele grenzen over om uiteindelijk toch voor Nederland te kiezen, langs de Mark af waren we bij Zundert aangekomen. De Ossenwei bij Achtmaal verschafte ons de eerste slaapplek in het gras.
Droog gingen we op weg, maar na Rucphen begon het te regenen en gingen de regencapes aan. In het processiepark van Sint-Willebrord gingen ook de regenbroeken aan. In Oudenbosch regende het flink door en besloten we een overdekt terrasje te pikken. Per slot van rekening moest Wims verjaardag gevierd worden.
Na dit feestelijke oponthoud konden we droog verder rijden naar Klundert. Omdat het daar weer regende aten we onze lunch in een bushokje. Willemstad bereikten we daarna weer droog. We bekeken eerst net voor het stadje De Wachter, een kunstwerk, waarna we alle straatjes van Willemstad deden.
Over het Hollands Diep en het Haringvliet bereikten we Numansdorp in Zuid-Holland. In de buurt van Klaaswaal vonden we een grote camping, met een klein trekkersveld, waar we de nacht konden doorbrengen.
Het regende vroeg in de ochtend even flink, maar toen we net na acht uur wegreden scheen de zon al bijna. Om negen uur stonden we bij het veer in Puttershoek, maar die zou pas weer varen om half één. Dat werd een ommetje fietsen naar de Heinenoordtunnel. Via Hendrik Ido Ambacht en Alblasserdam kwamen we bij Kinderdijk aan. We lunchten tussen de molens met een dreigende lucht boven ons en een flinke wind. De slablaadjes waaiden uit de salade.
Via Krimpen aan de Lek gingen we naar de IJssel, die we een hele tijd volgden. In Gouda reden we vlot door, we besloten daar morgen een dag aan te besteden.. De weg naar de camping ging door een prachtig polderlandschap naar Boskoop, waar de brug in onderhoud was. Een pontonbrug werd neergelegd voor de fietsers, zodat we toch aan de goede kant van de Gouwe kwamen.Camping Polderflora, vlak onder Alphen aan de Rijn, bleek een schitterende plek om twee nachten te vertoeven.
Op de fiets gingen we terug naar Gouda. We keken er even rond, tot het tijd was voor onze geboekte Cheese Experience. We stapten in een grote kaas, moesten moeilijke vragen beantwoorden en stempels zoeken. We molken een koe, persten en coatten een kaas en werden zelfs omgetoverd tot Goudse kaasboer en -boerin. Aan het slot was er een heuse kaasproeverij en werden we bevorderd tot kaasmeester.
De ochtend was zo goed gevuld. De middag besteedden we aan het verkennen van Gouda. Ook werd de Sint Jan bezocht en het Gouds museum. Natuurlijk zagen we ook de Waag en het stadhuis. Bovenal zagen we kaas, heel veel kaas.
Vanwege een omleiding reden we door "Klein Giethoorn", een prachtig stukje landschap. In Hazerswoude werden we weer geconfronteerd met een opgebroken weg en zat er niets anders op dan er met de fiets aan de hand langsaf te lopen. We ontmoeten Heer Olivier B. Bommel en kwamen via Zoeterwoude in Leiden aan. Bij de burcht van Leiden gingen we even op een terrasje zitten en daarna brachten we een kort bezoekje aan een goede bekende.
We reden langs Corpus af naar Oegstgeest, waar we op een bankje lunchten. met een kleine veerboot staken we de Haarlemmer trekvaart over en reden we naar de Kagerplassen. Vanwege corona voer daar het veer niet en moesten we kilometers omrijden, om de Kagerplassen heen naar de andere kant, naar Buitenkaag.Ondertussen was het flink warm geworden en in Lisse begon de tijd te dringen.Daarom reden we vlot verder, naar Hoofddorp waar we wat boodschappen deden. Door Park Buitenschot fietsten we naar gemaal de Cruiquius. Na een stukje Haarlem sloegen we af richting camping Blauhek, waar we om half zeven arriveerden.
Kwart voor zes eruit, kwart over zeven op de fiets, want het zou een warme dag worden. Bij de klimmuur van Spaarnwoude stapten we even af voor wat extra lichaamsbeweging. Het autoveer bracht ons daarna in twee minuten naar de andere kant van het water, een stapje dichter bij Zaandam. In Zaandam stalden we even onze fietsen en liepen door het bijzondere centrum. Vervolgens reden we naar Zaanse Schans, waar de fietsen ook weer geparkeerd werden. We liepen een tijdje rond in het nog rustige plaatsje waar de tijd stil lijkt te staan. Met de fietsen ging het daarna verder langs de molens af naar de Zaan. Via Oostknollendam bereikten we fort Spijkerboor, waar we op een bankje in de schaduw lunchten.
Het was erg warm toen we met tegenwind naar Schermerhorn reden. In Stompetoren brachten we een kort familiebezoekje, waarna we een pittig stukje noordwaarts moesten. Het was vooral de warmte die het zwaarder maakte. Dirkshorn was ons doel. We kwamen uit bij camping Burgerfarm en kregen een warm welkom met een dienblad met thee.
Toen de tent stond vertrokken we naar Schagen, waar we uit eten gingen.
Om drie uur werden we gewekt door het onweer, maar gelukkig bleef het op een afstandje en konden we weer door slapen. Om zes uur stonden we op en terwijl er nog een buitje viel begonnen we in de tent de boel alvast in te pakken. Via Schagen fietsten we naar Callantsoog en vanaf daar door de duinen naar Den Helder. Daar draaiden we rechtsaf de dijk op en zo vlogen we met de wind in de rug naar de haven, waar we juist de boot binnen zagen varen. Die haalden we nog mooi, zodat we zonder wachttijd overgezet werden naar Texel.
We hadden bedacht om langs de oostkust, aan de waddenzee naar De Cocksdorp te fietsen. We hoopten op een trekkersplekje op één van de vele minicampings, maar dat bleek nog stevig tegen te vallen. Bij de ene na de andere camping werden we afgewezen. Het werd later en later, de lunch schoot er bij in, maar uiteindelijk vonden we, iets meer naar het "binnenland"een toffe minicamping met aardige mensen en een prachtig plekje waar we twee nachten mochten blijven. De Volharding, een ezelfokkerij, en we kregen als welkom ook nog twee eieren van de kippendames daar. We lunchten eerst en plantten daarna de tent neer.Omdat we nog inkopen moesten doen fietsten we baar Den Burg en langs het vliegveld af weer terug naar de camping. 's Avonds probeerden we de kerkuilen te spotten die er wonen en genoten we in de tent nog van het gebalk van de ezels.
We hadden geen haast, maar waren toch weer bijtijds op. We reden naar De Cocksdorp en verder naar de vuurtoren, om vanaf daar het fietspad door de duinen te volgen. Maar eerst liepen we nog een stukje over het strand naar de zee.
Bij de Slufter stapten we af en beklommen we de trappen, om van het prachtige landschap daar te genieten. Hierna reden we verder naar De Koog, langs Ecomare af, een eindje verder nog even naar het strand en toen verder naar Den Hoorn. We stapten de hele dag regelmatig af om vanalles te bekijken, zo ook bij de Georgische erebegraafplaats op de Hoge Berg.
We waren op tijd in de haven van Oudeschild, om ons te melden voor de zeehondentocht. Met een fikse vaart voer het bootje tien kilometer verderop naar de zandbanken met zeehonden. Massa's zeehonden zaten daar en we bleven er met de boot ronddobberen totdat de zandbank verdwenen was en de zeehonden elders hun heil zochten. Voor we weer snelheid maakten voerden we de meeuwen met brood. Een uur later hadden we weer vaste grond onder de voeten en reden we naar Den Burg, waar we gingen eten.
Via de Slufter reden we terug naar de camping, waar de uilen er voor zorgden dat we laat naar bed gingen.
Via weer wat andere weggetjes fietsten we vanmorgen alweer vroeg naar de boot. De boot lag alweer klaar en bracht ons vlot naar de overkant.In de binnenhaven van Den Helder keken we wat rond, tot het plots wel erg donker werd en begon te regenen. Die regen werd een stortbui met onweer, maar ondertussen waren we al binnen in een restaurantje. Daar zaten we een hele tijd, terwijl de fietsen met bagage in de regen stonden.
Uiteindelijk werd het droog en konden we nog een stukje Den Helder bekijken. Vooral de 3D-muurschilderingen maakten indruk. In Anna Paulowna deden we boodschappen en bij Oude Sluis dreigde het weer te gaan regen. Loos alarm, bleek even later, de regenkleding kon snel weer uit.
Na Barsingerhorn reden we naar Winkel, waar we langs het Nederlands Kremlin kwamen en langs B&B Controversy tram inn. Nederland blijkt vol met vreemde, bijzondere plekjes te zitten. Het was nu nog een heel klein stukje tot de camping in Aartswoud, waar we weer een fijn plekje vonden voor de nacht.
Onder een blauwe hemel fietsten we door een reeks van plaatsjes, langs sloten en over bruggetjes naar Enkhuizen. Dat reden we niet in, maar we gingen meteen de Houtribdijk op. De wind stond gunstig en zo genoten we van het uitzicht over het water. Bij de Trintelhaven maakten we even een stop en daarna vervolgden we de dijk tot in Lelystad. Met zicht op de Batavia aten we onze lunch, waarna we besloten om zowel de werf als de boot en het museum met een bezoek te vereren. Daar waren we een paar uurtjes zoet mee. Tenslotte liepen we nog even door Bataviastad, om daarna het laatste stuk naar de camping te fietsen, De Gaard, waar we een plekje onder de appelbomen kregen. Dit was de eerste en enige camping zonder toiletpapier, terwijl onze meegenomen rol gisteren in Den Helder de regenbui niet overleefd had. Twee Duitse buren, ook trekkers, kwamen echter na een boodschappenritje met vier rollen de camping op en offerden er met plezier twee aan ons. Iedereen weer blij!
Heerlijk was het om weer vroeg op de fiets te zitten, nog even in de frissigheid. In Lelystad pikten we de route weer op, de stad uit langs de Oostvaardersplassen af naar Almere-Buiten, tot het Markermeer. Langs de lepelaarplassen af gingen we naar Almere-stad, langs de Kemphaan en daarna naar Almere-haven. Daar rustten en aten we bij de haven, 56 kilometer hadden we toen al in de benen. Met een ommetje reden we daarna naar de brug, Flevoland af en Noord-Holland in. Bij molen De Onrust bij Hakkelaarsbrug, klapten we onze stoeltjes uit voor een pauze met prachtig uitzicht.
We vervolgden onze rit over mooie weggetjes en dijkjes langs de Vecht. We bekeken fort Uitemeer en staken het Amsterdam-Rijnkanaal over via een bijzondere fietsbrug. Via een kronkelweggetje kwamen we in het mooie Abcoude aan, waar we even van genoten. een paar kilometers verder bereikten we camping 't Riviertje. Dat riviertje was de Angstel en het weer was perfect om er even een duik in te nemen.
Toen we om half 8 vertrokken waren er nog maar een paar mensen wakker om ons heen op de camping. We reden naar Uithoorn en verder langs verschillende kronkelende riviertjes, wat erg mooi was. Bij Woerdens Verlaat stapten we even af. We zagen daar de brug twee keer open gaan, maar hoefden er zelf niet overheen. Wij reden naar Kamerik en daarna naar Woerden. Hierna volgde weer een prachtig weggetje naar Oudewater. Daar stalden we de fietsen, lieten ons wegen op de heksenwaag, liepen door het stadje en lunchten aan de gracht. Na een groet aan Swiebertje reden we Oudewater uit tot aan Schoonhoven. Dat bekeken we rustig vanaf de fiets.Afstappen in de zon was ondertussen erg onaantrekkelijk.
Het veer bracht ons naar de heel kleine vesting Nieuwpoort. Daarna mochten we nog over de Ammerse kade rijden, met vier molens een mini-kinderdijk. We passeerden heel wat provinciegrenzen deze dag: van Utrecht naar Noord-Holland, terug Utrecht in, stukje Zuid-Holland, nogmaals Utrecht, om te eindigen in Zuid-Holland.
Op camping 't Salamandertje in Ottoland was het even vechten met de haringen op de stenige ondergrond. Een geleende hamer moest uitkomst bieden.
Na een warme nacht beloofde het een warme dag te worden, dus waren we weer op tijd weg. Bij Boven-Hardinxveld namen we het veer naar Werkendam, Noord-Brabant in. Via Kille, Nieuwendijk en Vierbannen kwamen we bij Hank. Even verder in Geertruidenberg stapten we af. We bezochten een terrasje, bekeken het plaatsje en gingen museum De Roos in. Na dit bezoek was Oosterhout ons volgende doel, met de grote kathedraal als hoogtepunt.
In Dorst hadden we dorst en tapten we water. De temperatuur liep snel op. Via Tervoort peddelden we naar Bavel en door naar Ulvenhout. We waren nu dicht bij de camping, maar besloten tot een familiebezoekje in Breda. We werden hartelijk ontvangen en uitgenodigd om daar te overnachten. We zetten de tent even op in de tuin om hem te laten drogen, zodat hij de volgende dag keurig droog thuis zou komen. We hadden een gezellige middag en avond en werden verwend met een heerlijke maaltijd. Deze nacht sliepen we in een echt huis, in een echt bed.
Om zeven uur zaten we, op zaterdagochtend, met z'n vieren aan het ontbijt, zodat we om half acht al konden aanrijden. Dat was fijn, want het werd erg warm vandaag, dus we wilden zo vlot mogelijk naar Eindhoven, echter zonder te haasten. Langs de Mark was het nog heerlijk. In Chaam stapten we als overwinnaars af bij het monument van de Acht van Chaam. Via Alphen en Klein en Groot Bedaf verlieten we nog even Noord-Brabant voor een stukje België. In Poppel pauzeerden we bij het voormalige stadhuis.Bij de Roovertkapel hielden we ook nog even halt en ook in Hilvarenbeek stonden we even naast de fiets, in de schaduw. Langs het Wilhelminakanaal fietsten we naar Oirschot. Er was geen werkende waterpomp op het plein om ons te verfrissen, dus gingen we maar snel verder.De weg naar Eindhoven was afzien, met veel zon en nog wat wind op kop. Af en toe een slok water en een scheut water over het hoofd bracht wat verkoeling. We vorderden vlot en om half één kwamen we thuis aan.
We kletsten op straat meteen bij met pa en ma. Over een prachtige tocht met veel mooie indrukken.