Om 10 over 8 werden we uitgezwaaid en vertrokken we vlot naar Oirschot, Spoordonk en Oisterwijk. Via de Drunense Duinen bereikten we Waalwijk, waar we getrakteerd werden op een ganzenparade. We reden een ommetje door Geertruidenberg en daarna via Hank verder, over een dijk. Het pontje Steur bracht ons verder de Biesbosch in en nu begonnen we last te krijgen van de westenwind. De laatste loodjes waren het zwaarst, maar een paar plakken peperkoek deden wonderen. We streken neer op natuurcampeerterrein De Knotwilg, met een fantastisch uitzicht op de Biesbosch. Op deze prachtige avond besloten we na het eten nog tot een rondje Biesbosch en besloten de dag met een mooie zonsondergang.
Ondanks de regen in de vroege ochtend konden we droog op weg. Na 5 minuten stonden we al weer stil, om te wachten op de pont Kop van 't Land, die ons van Noord Brabant naar Zuid Holland bracht. Met de wind op kop reden we door de Kilttunnel naar Puttershoek. In Oud-Beijerland lunchten we bij het veer, dat om 12.45 zou vertrekken. Het bracht ons in sneltreinvaart naar Spijkenisse. Het stuk over de Brielse Maasdijk was het zwaarste van vandaag, met veel wind en korte venijnige klimmetjes. We fietsten door Brielle naar minicamping De Bark. Toen de tent stond reden we terug om in Brielle te eten en een wandeling door dit mooie plaatsje te maken.
Al een groot deel van de nacht viel de regen op de tent en vanmorgen was het niet anders. In onze vierpersoonstent, die we ook als fietsenstalling gebruiken, konden we ontbijten en alle spullen droog inpakken. Met een beetje miezer reden we voor half 9 aan en toen leek het nog mee te vallen. Vanaf Hellevoetsluis begon het alleen maar harder te regenen en de Haringvlietdam was, met regen en wind, puur afzien. Via Stellendam kwamen we bij de Dirkslandse Sas, een mooi sluisje, maar helaas geen schuilplek. We reden door naar Sommelsdijk waar we een onverwacht bezoek brachten aan een kennis van 40 jaar geleden. We droogden daar wat op, maar toen we na ruim een uur weer aanreden begon het nog harder te regenen. In Stad aan 't Haringvliet vonden we een oud bushokje aan de haven, waar we droog en uit de wind brood aten. Omdat het in Willemstad nog steeds regende pikten we daar een terrasje. Ons einddoel was een andere oude kennis in Steenbergen,Anita, waar we tot op de huid nat aankwamen. We werden hartelijk ontvangen en konden omkleden en de kleren drogen. Toen we uren later ons laatste stukje tot de camping Oud-Hollandse Hoeve reden miezerde het alleen nog wat.
Hiep hoi, het beloofde weer een regenachtige dag te worden. We fietsten eerst naar Bergen op Zoom en vervolgens naar Tholen, in regenkleding, maar beide plaatsjes konden we droog bekijken. Vlak na Tholen ging het echter weer regenen. We wilden met de pont van Gorishoek naar Yerseke, dus trotseerden we de straffe tegenwind en de regen. Wachtend op de pont aten we ons brood, om er na een half uur achter te komen dat hij niet zou varen vanwege teveel wind. Nu moesten we de hele dijk terug, lekker met wind in de rug, dus dat ging vlot. Maar toen kwam de Oesterdam en die werd weer een zware beproeving. Tot op de huid waren we nat, maar we moesten door tot Wemeldinge, waar ome Jos al op ons zat te wachten. In Krabbendijke werd het zowaar droog en belden we ome Jos om te vertellen dat we 2 1/2 uur vertraging hadden. In Wemeldinge werd het zonnig en al ons natte goed ging het wasmachine in. We gingen gezellig met z'n allen uit eten en toen het tijd was om een camping op te zoeken waren alle kleren droog en schoon. We kozen voor minicamping Zwartenburg, vlak bij Goes. Toen we daar aankwamen was het zonnetje vriendelijk onder aan het gaan.
We lieten de tent vandaag staan en peddelden rustig via Goes naar Kwadendamme, daarbij het spoorlijntje van de stoomtrein volgend. We vermaakten ons drie uurtjes in de Tropical Zoo en toen we daar weer vertrokken konden we mooi een blik werpen op de stoomtrein die juist arriveerde. We fietsten nog even door tot Hoedekenskerke voor een bezoekje aan de Buffer en het winkeltje van Wullempje. Om vier uur waren we terug in Goes. We liepen een rondje door het centrum en deden inkopen voor het bereiden van ons eerste camping-diner.
Te vroeg waren we vanmorgen opgebroken, want ons veer bij Hansweert zou pas om tien uur vertrekken. We reden daarom rustig door Kapelle en gelukkig duurde het een tijdje voor we de aanlegsteiger bij Hansweert hadden gevonden, ondanks ons GPS-apparaat. In 45 minuten bracht de boot ons naar de andere kant van de Westerschelde. Het was een leuk tochtje. Via Kloosterzande reden we naar Hulst, waar we onverwacht aanklopten bij kennissen die we 18 jaren geleden voor het laatst hadden gezien. We werden weer hartelijk ontvangen en lunchten daar. Via Hulst gingen we door naar Terneuzen. De drukte van de stad lieten we weer snel achter ons en zo reden we door Biervliet. Vervolgens speelden we een partijtje schaak in IJzendijke en met een omweg belandden we in Turkeye. In Oostburg deden we boodschappen en in Sluis besloten we uit eten te gaan in de Zevende Hemel. We reden na een heerlijke maaltijd door naar de camping in Hoeke, net over de grens in België.
Het beloofde weer een prachtige dag te worden en voor alle anderen waren wij al uit de veren. Na het routinewerk van het opbreken reden we langs het kanaal naar Damme en daarna naar Brugge. We verbleven even op het marktplein en gingen daarna via Jabbeke naar het mooie centrum van Oudenburg. Oostende was ons volgende doel. Na een stukje door de drukke stad, langs het station, de kerk en de Sint Pieterstoren kwamen we om half één op de boulevard. We huurden geen dijkzetel, maar aten wel boterhammen op een muurtje. We vergaapten ons aan de toeristen en het vertier, ook toen we verder reden over de boulevard, door Middelkerke naar Nieuwpoort. Die plaats reden we binnen langs het Albert I-monument en de Ganzepoot af. Nu was het nog 13 kilometer naar Veurne, waar we ook stonden te genieten van het prachtige centrum. We deden daar inkopen en toen was het nog een klein stukje naar camping Kindervreugde, waar ook wij blij van werden: lekker rustig, op het platteland, zonder toeristisch vertier. We zetten de tent op naast een molentje, onder toeziend oog van drie geïnteresseerde kinderen. Na het eten, een wasje en wat schrijfwerk besloten we een rondje te lopen rond Plopsaland, via Adinkerke heen en door de duinen terug.
Kindervreugde heeft veel kinderen, dus waren we niet eens als eerste op. Het was nog bewolkt toen we van start gingen over een grote weg, zonder fietspad, tegen de wind in natuurlijk. Gelukkig was het niet al te druk op de weg. Na een paar kilometer reden we Frankrijk in. Toen we na twintig kilometer Duinkerke bereikten was het zonnig. We pikten een terrasje en reden toen landinwaarts naar Winoksbergen. Daar aten we onze lunch bij het belfort. Via het bloemrijke Bierne, Stene en Grand Millebrugge kwamen we bij Broekkerke. Net erbuiten vonden we onze eerste Franse cache.Ruim een uur later, om half vier, kwamen we aan in Grevelingen. Vanaf hier zouden we de wind eindelijk eens mee moeten krijgen, want we gingen nu weer landinwaarts naar Bourbourg en camping de la Colme in Loberge. De tent zetten we met de achterkant naar het pad, windtechnisch gunstig. Dat was zeker nodig, want de wind was behoorlijk fel. Na een heerlijk maaltje liepen we een ommetje door Loberge.
Inderdaad de wind mee vandaag en dat ging heerlijk. We stevenden vlot op Kassel af, maar het werd steeds heuvelachtiger en Kassel lag 176 meter hoger. De klim was zeker de moeite waard en we verbleven er dan ook een uurtje om goed rond te kunnen kijken, vooral boven op de top in het parkje. Na Kassel bezochten we Steenvoorde en om half 12 waren we in Abele, terug in België. We lunchten een half uur later in Westouter bij de kerk. Het landschap bleef heuvelachtig. Bij Gremmerslinde bekeken we een mijnkrater en niet veel later waren we in een zonnig Mesen, dat in de eerste wereldoorlog volledig weggevaagd was. We maakten een ommetje naar het Iers vredespark en vervolgden onze weg naar Waasten. Het laatste stukje fietsten we over een mooi pad langs rivier en kanaal in Frankrijk. Ten westen van Roubaix zetten we onze tent neer op camping Les Ramiers, een prima camping zo dicht bij de grote steden.
We sliepen uit tot half acht en fietsten na het ontbijt via een pad langs het kanaal (met een niet al te best wegdek) naar de citadel in Lille. We liepen een rondje om de citadel en kwamen tot de ontdekking dat de gratis Zoo val Lille gesloten is op dinsdag. We hadden twee wandelroutes voorbereid door de stad en die plakten we aan elkaar. Deze route bracht ons eerst naar de meest zuidelijke uithoek en daarna naar de meest noordelijke uithoek om uiteindelijk via het mooie vieux Lille uit te komen in de binnenstad van Lille. We bekeken de Notre Dame met z'n verschillende steensoorten en bouwstijlen en daarna Le Grande Place. Na het eten op de camping liepen we nog een ommetje achter de camping, waar een sportvliegveldje ligt. We zagen een flinke groep parachutisten landen.
Na een klein onweersbuitje in de nacht zag het er vanmorgen weer goed uit. We reden om half 9 aan, opnieuw langs een kanaal af tot bijna in Roubaix. In Roubaix stapten we even af op het plein. Toen we de Frans-Belgische grens gepasseerd waren begon het wat te regenen. Dat duurde een tijdje, maar het werd ook weer droog. Bij Berchem sloegen we rechtsaf en trotseerden een stukje Kluisberg om bij camping Panorama te komen. Een bekende camping voor ons, tien jaar geleden maakten we hier een noodweer mee. We lunchten op de camping en fietsten toen bagageloos naar Oudenaarde. Helaas hielden we het niet droog en nu ging het serieus een stuk harder dan 's morgens. We deden nog een verwoede poging om een rondwandeling door Oudenaarde te maken, maar al snel besloten we de droogte van het Ronde van Vlaanderen-museum te verkiezen boven nog meer regen. Het was een leuk museum en we vermaakten ons met filmpjes kijken, een quiz doen en op kasseien fietsen. Tot onze verbazing scheen de zon toen we weer buiten stonden. Met een wielershirt en een bidon rijker reden we over een prachtige oude spoorbaan terug naar de camping.
Omdat het de hele nacht droog was en om zes uur ook, besloten we op te staan om vroeg te vertrekken. Om half acht sliep ons hele veldje nog, toen wij de aftocht bliezen. Dat leverde ons een eerste en enige droge uurtje op.Vanaf Oudenaarde regende het. We reden door Hermelgem, Beerlegem, Balegem, Oordegem en nog een boel meer gemmen door de nattigem. Via Leede ging het naar Aalst. Daar konden we onze fietsen bewaakt stallen en besloten we in een restaurant te lunchen, om weer wat op te drogen. Toen we de fiets weer opstapten leek het wat open te trekken en zo reden we vol goede moed naar Dendermonde. We kwamen op het prachtige marktplein waar een middeleeuwse happening voorbereid werd. Helaas trok het na dit mooie bezoekje weer helemaal dicht en ging het weer regenen. In Malderen deden we een poging een vrienden-op-de-fiets-adresje te vinden en reden toen door naar Londerzeel, waar we misschien terecht zouden kunnen. We aten daar wat in een friettent en op het laatste moment ging het adres in Londerzeel toch niet door. In Malderen was echter een plek, dus fietsten we weer terug, nog steeds door de regen. We werden hartelijk ontvangen en hadden deze nacht een droog en warm onderkomen.
Om zeven uur werden we wakker, het huis was voor ons, want de eigenaresse was al weg. We ontbeten, pakten in, smeerden de kettingen en sloten af. We pikten de route van de vorige dag op en reden via Londerzeel naar Tisselt. Eén kilometer voor Rumst moesten we de Rupel over, maar de brug was afgesloten. Nu moesten we tien kilometer omrijden via Boom. Leuke bijkomstigheid was dat we bij Boom met een gratis veer overgezet werden. We vervolgden onze weg langs veel balsemien via Rumst naar Duffel, waar we een oude kasteelruïne bekeken. Vanaf hier fietsten we weer langs het water, naar Lier, waar we lunchten op het plein, samen met wat duiven. Een klein halfuurtje later reden we weer door, een prachtige route langs de kleine Nete en later langs het kanaal. We staken het hele brede kanaal over om Herentals binnen te rijden. We stapten hier even af op de Grote Markt, deden boodschappen, fietsten door de Begijnenhof en langs de vistrap. Het traject naar Kasterlee ging door een bos- en heidegebied en vlak voor Kasterlee door een heus kabouterdorp. We bereikten camping Houtum om half vijf en konden de natte tent opzetten in het zonnetje, zodat hij snel droog was. We gebruikten de picknicktafel bij de onbemande trekkershut voor onze avondmaaltijd. 's Avonds liepen we nog een ommetje door Kasterlee.
We hadden vanmorgen pech dat de tent nat was van de dauw, maar we braken toch maar op. Het was fris en bewolkt, maar de wind zat ons mee. Via Schoonbroek en Arendonk reden we Nederland binnen. Via Reusel kwamen we in Bladel aan, waar we een bezoekje brachten aan ome Nico. Na een uurtje gingen we door tot Hapert, waar we lunchten bij ome Willy. Het schoot niet op, want ook tante Berna was thuis, zodat we ook in Eersel nog een gezellige stop hadden. Via Walik reden we naar het "ponyveldje" en we besloten daar de tent op te zetten om hem te laten drogen. Zodoende kwamen we pas laat in de middag thuis aan, maar wel met een droge tent, die zo de vliering op kon!