Huttentocht Stubai 2011
Sellrain - Potsdamer Hütte
Potsdamer Hütte - Franz-Senn Hütte
Höllenrachen Klettersteig en Edelweiss Klettersteig
Franz-Senn Hütte - Regensburger Hütte
Regensburger Hütte - Dresdner Hütte
Dresdner Hütte - Sulzenau Hütte
Sulzenau Hütte - Nürnberger Hütte
Nürnberger Hütte - Bremer Hütte
Bremer Hütte - Gschnitz - Uderns
Hart
Mayrhofen
Schlegeis Stausee - Olpererhütte
Olpererhütte - Pfitscherjochhaus
Pfitscherjochhaus - Landshuterhütte
Landshuterhütte - Enzianhütte
Enzianhütte- Brenner


Sellrain - Potsdamer Hütte
Dit jaar gingen we nog maar met z'n drietjes naar Oostenrijk. Van de kinderen ging alleen Casper nog mee. We startten in Utrecht, in Martijns studentenhuis, waar we nog een goede warme maaltijd nuttigden voor we de City Night Line instapten die ons naar München bracht.
's Ochtends ging het met de trein verder, naar Innsbruck en daarna met de bus naar Sellrain. Om kwart voor één kon onze tocht beginnen.
We hadden het bij de start al behoorlijk warm en we zouden 1100 meter moeten stijgen. Dit deden we in 3 1/2 uur, met zon en regen. Een heerlijk maaltje wachtte ons in de rustige Potsdamer Hütte.
Na een stevige bui konden we nog even naar buiten om ons het koorddansen eigen te maken. Dat bleek echter nog behoorlijk tegen te vallen. Dus werd het toch maar een potje Rummikub onder het genot van een kopje thee.




Potsdamer Hütte - Franz-Senn Hütte
Na een fijne, rustige nacht en een goed ontbijt gingen we na de laatste waarschuwingen van de huttenwaard (op de route is pas nog iemand naar beneden gestort en overleden) gingen we vol goede moed op weg door de mist.
Eerst een stukje vrij vlak, daarna 500 meter stijgen. Het werd steeds natter en kouder. Bij de Wildkopfscharte moesten we af gaan dalen. Regenjas en handschoenen gingen aan.
De Seducker Hochalm bracht ons de gelegenheid om op te warmen en wat te eten in de gezellige keuken, waartoe meerdere mensen hun toevlucht hadden genomen.
Na een heerlijk soepje gingen we weer verder, we hadden nog twee uren voor de boeg en het gevaarlijke stuk was nog niet gepasseerd.
Het was nu weinig stijgen of dalen en ondanks wat steile afgronden viel het wel mee. Daar waar het "gevaarlijke stuk" zich aandiende was er ook geen probleem. Het was alleen zaak om even goed te letten op de juiste markeringen.
In de Franz-Senn Hütte hingen we alle spullen te drogen en nuttigden we onze maaltijd samen met twee "buren" uit Deurne.




Höllenrachen Klettersteig en Edelweiss Klettersteig
Vlak bij de hut zijn deze twee klettersteigs te vinden en die konden we toch niet zomaar voorbij laten gaan.
Casper en Yvette trokken de gordels aan en zo vertrokken we eerst naar de Höllenrachen Klettersteig.We daalden af in de spectaculaire klamm, een mooie ervaring zo boven het wilde water.
Hierna zochten we het begin van de Edelweiss Klettersteig op. Vandaag bleek weer dat de moeilijkheidsgraden niet alles zeggen. Bij graad C denken wij aan de Mindelheimer Klettersteig, die wij helemaal niet zo moeilijk hadden gevonden.
De Edelweiss Klettersteig ging echter verticaal omhoog en leek meer op de sportklettersteig bij de Coburger Hütte.
Was het een voordeel dat het mistig was? In ieder geval zagen we niet hoe diep de afgronden waren waar we boven hingen. Wat we wel zagen was de beloofde Edelweiss op de route. En daar deden we het voor!
Deze klim was weer een prachtige ervaring en eenmaal boven wandelden we nog een eind door naar de Rinnensee, in de hoop dat het nog op zou klaren. We zijn er geweest, bij de Rinnensee, maar we hebben hem niet gezien, zo mistig was het.
Ongetwijfeld is het de moeite waard om daar nog eens naar terug te keren.






Franz-Senn Hütte - Regensburger Hütte
Om 6 uur waren we al weer uit de veren en genoten we nog voor het ontbijt van het prachtige uitzicht, want het was stralend weer. Alles wat we gisteren aan uitzicht gemist hadden kregen we vandaag.
Voor we vertrokken zwaaiden we nog even naar Martijn via de webcam bij de hut. Hij heeft vast en zeker teruggezwaaid.
Vanwege een zere knie liepen we rustig en lieten we veel wandelaars passeren. Het was geen straf want we konden heerlijk genieten van alle prachtige vergezichten. Casper vond het tempo niet zo fijn en liep door tot de Schrimmennieder, waar hij tijdens het wachten voor fotograaf speelde voor mensen die daar passeerden.
Daarboven aten we ons brood, waarna we afdaalden naar de Neue Regensburger Hütte. Voor we daar aankwamen genoten we eerst nog volop van een stel marmotten met jonkies, die op en tussen de rotsblokken speelden.
Vlak voor we de hut bereikten, zagen we de geweldige Falbesoner waterval. Hier daalden we 's middags nog even naar af en dat was zeker de moeite waard.
Ook de vlakbij gelegen Moorsee werd nog even met een bezoekje vereerd.
Im Nebenhaus mochten wij slapen, een schuurtje naast de riante hut, met slaapplaatsen voor 16 mensen. Knus hoor.




Regensburger Hütte - Dresdner Hütte
Met alweer heerlijk weer vertrokken we net als een hoop anderen richting Dresdner Hütte. De Hohen Moos was prachtig, we genoten met volle teugen en keken regelmatig achterom. Lang was de hut nog in het zicht. We maakten geen haast en bogen even af om een blik te kunnen werpen op de Falbensonersee.
Verder klommen we omhoog tot aan de sneeuwvlakte, waar we via de voetstappen van onze voorgangers omhoog gingen tot we aan een gezekerd stukje kwamen. Het was nog een stukje klimmen om de Grawagrubbennieder te bereiken, met 2881 meter het hoogste punt van de Stubaier Höhenweg.
Ook hier weer machtige uitzichten. We gingen nu snel verder, eerst bergafwaarts en daarna wat vlakker. Onder de Mutterbergsee was er weer een prachtig schouwspel van watertjes en schapen.
We daalden af naar een weggetje en moesten daar weer flink omhoog.Tenslotte moesten we nog een flink stuk dalen naar de hut, wat de knie niet fijn vond. na 8 1/2 uur (in plaats van de beloofde 6) kwamen we flink vermoeid aan bij de grote Dresdner Hütte. Tijd om te herstellen van een mooie tocht.




Dresdner Hütte - Sulzenau Hütte
De verrassing was groot toen we 's morgens uit het raam keken: de wereld om ons heen was veranderd in een winterlandschap en het sneeuwde nog volop. Mooi, maar het zou de volgende tocht niet gemakkelijker maken.
De huttenwaard gaf groen licht voor de tocht, dus trokken wij onze regenkleding en handschoenen aan en gingen op pad.Het eerste stukje stijgen ging prima. Ondertussen begonnen we te twijfelen of we wel op zomervakantie waren.
Een groep van 11 mensen kwam ons tegemoet, voetje voor voetje afdalend. Omhoog was voor ons eenvoudiger en boven aten we een boterhammetje.
Nu daalden we rustig af en besloten bij een splitsing het wilde-water-pad te volgen. Een goede keuze, want ondanks het slechte zicht was er hier nog genoeg te beleven voor de ogen.
Vlak bij de hut sloegen we nog even af naar de Blaue Lacke, via een gladde houten plank over het wilde water.
Het was niet ver meer naar de hut, waar we in de droogruimte in een halve minuut warm waren. De rest van de middag verbleven we in de Gästestube, want het bleef maar regenen en sneeuwen. Tijd dus voor veel spelletjes, thee en lekker eten.




Sulzenau Hütte - Nürnberger Hütte
Het was vanmorgen weer helemaal opgeklaard, maar nog wel koud. Yvette had er zin in en koos voor een ommetje via een deel van de klettersteig bij de klamm. Erg leuk, en zeer zeker de moeite waard om bij een andere gelegenheid die klettersteig eens helemaal te voltooien.
Nu was ons doel echter de Nürnberger Hütte en we startten met een stevige klim. Vanaf een uitzichtpunt konden we de hut nog even uitzwaaien en daarna liepen we naar de Grünausee. We stegen weer flink en bij een splitsing namen we het pad naar links, richting Mairspitze.
Hoe hoger we kwamen, des te meer sneeuw lag er weer. Het waaide hard, soms moesten we er zelfs even voor stil staan. Die wind maakte het ook erg koud.
We ontwaarden in de verte nog een steenbok en na een heftig klimmetje stonden we bij de afslag naar de Mairspitze. Dat stuk had nog niemand gelopen, dus stapten we in de 10 cm dikke, ongeschonden sneeuw, op weg naar de top.
Dat was niet ver en goed te doen, maar het was wel ijzig koud op de top. Het uitzicht was formidabel!
We gingen nu bergafwaarts richting hut en kwamen oog in oog te staan met twee jonge marmotten, die tien minuten haasje over deden voor hun holletje om ons nieuwsgierig te kunnen bekijken.
Op een windstille plek hielden we halt om te lunchen. We trokken een blikje tonijn open en aten dat heerlijk op een boterham, waarna het nog een kwartiertje was tot de hut.
Omdat het weer het nog toeliet deden Casper en Yvette nog een stukje klettersteig vlak bij de hut. Hierna was het heerlijk eten en rusten in de hut.




Nürnberger Hütte - Bremer Hütte
Het sneeuwde vanochtend weer, maar de wind was gaan liggen en daardoor viel het mee met de kou. na een aanloopje gingen we flink stijgen.
Er kwam steeds meer sneeuw te liggen en doordat we soms staalkabels vast moesten houden kregen we natte en koude handen. Om het goed te maken kregen we een groep steenbokken in de sneeuw te zien.
Het laatste stukje was behoorlijk heftig, want er lag steeds meer sneeuw en we moesten steil omhoog. Boven bij het tolhuisje lag zeker 15 cm sneeuw.
Nu moesten we voorzichtig afdalen, eerst langs staalkabelsen daarna zigzag door de nog ongeschonden sneeuw. Dat was goed te doen.
We onderbraken de wandeling om te genieten van de marmotten die uit hun schuilplaatsen kwamen.
Hoe lager we kwamen, des te dunner de sneeuwlaag werd, tot we bij de mooie hut aankwamen. Ondertussen waren er nog maar weinig trekkers onderweg in de bergen, na al die sneeuwdagen. Wij lieten ons het eten goed smaken in de hut en vermaakten ons met dobbelspelletjes. Wat we morgen zouden gaan doen was nog niet helemaal duidelijk.




Bremer Hütte - Gschnitz - Uderns
Van de huttenwaard kregen we te horen dat de route naar de Innsbrucker Hütte te gevaarlijk was, dus besloten we af te dalen naar Gschnitz.
De wandeling naar beneden was prachtig, het weer werkte ook goed mee. We genoten nog volop van het hooggebergte.
Vlak voor de Laponisalm aten we brood met grote stukken kaas, op een bankje in de zon.
We liepen verder tot Obertal, waar een enorme waterval onze aandacht trok. De reis ging verder met de bus naar Steinach en daarna met de trein naar Jenbach en Fügen.




Hart
Tussen de bezoekjes aan kennissen door, waarmee we gisterenavond al begonnen waren, wilden we ook nog wat speciale plekken bezoeken. Zo liepen we eerst naar de waterval bij Haselbach, waar we toentertijd trouwfoto's gemaakt hadden.
Onze trouwkerk, in Oberhart konden we alleen van buiten bezoeken, want die werd gerestaureerd. In Niederhart legden we nog wat bezoekjes af en in Harterhof aten we. Ook 's avonds stond er nog een bezoekje op de planning, wel even wat anders na al die dagen hoog in de bergen.




Mayrhofen
Vooral ook voor Casper gingen we vandaag naar Mayrhofen. Dat was voor hem 10 jaar geleden, zodat hij er niet veel meer herkende.
We wandelden over de camping en door het bos weer terug naar Mayrhofen.
's Avonds gingen we nog op visite, waarna we allemaal het gevoel hadden dat het weer tijd werd om de bergen in te trekken, ondanks het feit dat het weer nog niet heel veel was verbeterd.




Schlegeis Stausee - Olpererhütte
Trein en bus brachten ons in de regen tot aan de Schlegeis-Stausee. We wapenden ons tegen de regen door regenpakken aan te trekken en handschoenen, want het was koud.
We liepen een tijdje door de regen, maar gaandeweg werd het sneeuw. Na 2 1/2 uur klimmen kwamen we bij de hut aan, midden in een prachtig winterlandschap.




Olpererhütte - Pfitscherjochhaus
Uitzicht en blauwe plekjes in de lucht!
Na ee uitgebreid ontbijtbuffet pakten we onze spullen in. Eerst liepen we even naar de hangbrug en daarna daalden we af naar de Schlegeis Stausee, dezelfde route als gisteren.
Nu kwam er voor ons een bekend stuk naar het Pfitscherjochhaus, dat we al ooit met de kinderen gelopen hadden. Dit was prima te doen en ook sneeuwloos.
Aan het stromende water maakten we een stop. Hiena gingen we door naar de hut.
Daarboven stond een koude wind. Toch gingen we 's middags nog even naar buiten voor een ommetje van een uur. We wapenden ons tegen de kou met extra laagjes kleding, een capuchon en handschoenen.
Ook de nacht beloofde koud te worden. Gelukkig waren er niet te veel mensen, dus veel dekens om te gebruiken.




Pfitscherjochhaus - Landshuterhütte
Ondanks alle maatregels werd het 's nachts toch koud, maar een hete douche maakte dat weer goed. Een marmot in het kapelletje bij de hut zorgde voor een mooi schouwspel deze ochtend.
Alle kleren gingen weer over elkaar aan en terwijl het nog vroor vertrokken we richting Landshuterhütte. Het zonnetje scheen en het uitzicht was prachtig. Jassen en truien gingen één voor één uit, de tassen werden er weer mee gevuld, evenals met mooie stenen (Casper).
Bij de Landshuterhütte aten we ons brood. Het was nog vroeg en Casper en Yvette wilden nog de Kraxentrager beklimmen. We deden er iets langer over dan het aangegeven uur, maar er lag ook flink wat sneeuw af en toe.
We liepen over een kam met steile afgronden en er was een gezekerd stukje. Het uitzicht bij het kruis op 3000 meter was prachtig!
De terugweg viel reuze mee en eenmaal terug bij de hut gingen we nog even naar het topje van de Friedrichshöhe.
We waren de enige gasten in de hut en vermaakten ons na het eten met "Nur keine Aufregung".




Landshuterhütte - Enzianhütte
We begonnen de dag met een "Lang zal hij leven" voor Wim die als verjaardagskado een t-shirt van de hut kreeg.
De eerste top was de Wildseespitze. Met z'n drieën liepen we naar het kruis.
De volgende was de Wolfendorn. Terwijl Wim onder het kruis bleef liepen Casper en Yvette in 11 minuten omhoog en in 6 minuten terug. We aten een reepje en liepen verder naar de Flatschspitze, een mooie plek voor de lunch.
Nu daalden we af naar de Schüsseljoch, waar we nog wat aten voordat we de overige 300 meter afdaalden.
Dit laatste stuk gaf ons nog een prachtige blik op een waar marmotten-paradijs.
Om half 3 kwamen we bij de gezellige Enzianhütte aan. Tijd voor limonade en taart, we hadden immers een verjaardag te vieren.




Enzianhütte- Brenner
Nadat we afscheid hadden genomen van de huttenwaard vertrokken we door het bos naar Brenner. Ons voornemen om via de Postalm te gaan mislukte, want de boel lag er verlaten bij en een pad naar beneden was er niet meer. Dus moesten we een eindje terug om het goede pad te nemen naar Wolf.
Zo zit je nog hoog in de bergen en het volgende moment sta je naast de autobaan en moet je als wandelaar maar zien te overleven. Na een aanwijzing in een winkeltje op een groot parkeerplaats wisten we het station van Brenner te voet te bereiken, alhoewel we nog altijd twijfelen of het wel een legale route was.
We namen de trein naar Innsbruck, bezochten daar de stad nog even en aten een pizza.
Om half 7 bracht de trein ons naar München, waar we weer in de nachttrein stapten, die ons dit keer recht naar Eindhoven zou brengen.