Trektocht Karwendel
Krün(Mittenwald) - Soiernhaus
Soiernhaus - Krinner-Kofler-Hütte
Krinner-Kofler-Hütte - Hinterriß
Hinterriß - Karwendelhaus
Karwendelhaus - Falkenhütte
Falkenhütte - Mahnkopf - Falkenhütte
Falkenhütte - Lamsenjochhütte
Lamsenjochhütte - Stans(Schwaz) - Zillertal
Zillertal
Zillertal - Innsbruck - Pfeishütte
Pfeishütte - Hallerangerhaus
Hallerangerhaus - Bettelwurfhütte
Bettelwurfhütte - Pfeishütte
Pfeishütte - Scharnitz


Omdat we dan 's ochtends meteen konden aanlopen, namen we de nachttrein. Op de heenweg reden we eerst met de trein van Eindhoven naar Utrecht. Om 20.41 vertrok in Utrecht de City Night Line naar München.
Zo kwamen we de volgende ochtend om kwart over 7 aan in München. We konden zo de trein naar Mittenwald nemen en daar de bus naar Krün. Zo begonnen we al vroeg aan onze eerste wandeling.
Krün - Soiernhaus
De tocht begon over een lange stijgende grindweg tot aan de Fischbachalm.
Daar kozen we voor de mooie Lakeiensteig,een pad voor "Trittsichere und schwindelfreie" mensen.
Een prachtig pad, met af en toe diepe afgronden, die Steffie soms wel eng vond.
Een ontmoeting met de allereerste gems van de vakantie maakte dat weer ruimschoots goed.
In het Soiernhaus (1630 m) lieten we ons het Bergsteigersessen goed smaken.
Naar het toilet, dat buiten was, konden we alleen als het materialenliftje niet liep,
en om te bellen met je mobieltje moest je op een putdeksel langs de afgrond gaan staan.
Om half 9 gingen we genieten van onze eerste nacht in een Matratzenlager.

Soiernhaus - Krinner-Kofler-Hütte
Na voor ieder een groot ontbijt begroetten we vlak voor de Soiernsee de eerste alpensalamander.
Er volgde een flinke klim, met prachtige uitzichten op de Soiernsee.
Tijdens een rust zagen we een hermelijntje tussen de rotsblokken rennen.
De tocht ging nog hoger, naar de Gumpenkarspitze.
Na dit topje ging het verder naar de Krinner-Kofler-hütte, een gloednieuwe hut naast de Fereinsalm (1420 m).
We hadden een zespersoonskamer tot onze beschikking.
In de alm aten we erwtensoep, wat we ons goed lieten smaken.

Krinner-Kofler-Hütte - Hinterriß
Omdat de oversteek naar het Karwendelhaus te pittig was voor ons, maakten we een omweg via Hinterriß.
Het was een minder interessant pad, maar de oversteek over een rivier zonder brug maakte veel goed.
De bergschoenen en kousen moesten uit, de sandalen aan, en zo waadden we door het ijskoude water naar de overkant.
Wij waren niet de enigen, want het was een goedbezochte mountainbikeroute.
Na een smal pad vol hindernissen kwamen we goed moe aan in Hinterriß (928 m).
Gasthof Zur Post werd ons onderkomen voor deze nacht.
De douches op de kamers waren meer dan welkom met dit warme weer.

Hinterriß - Karwendelhaus
Na een heerlijk ontbijtbuffet vertrokken we vandaag naar het Karwendelhaus (1790 m).
We liepen door het mooie Johannestal, en maakten bij de Johannesbach een uitgebreide rustpauze van een uur.
Daarna gingen we verder, en raakten we het spoor even bijster op een smal paadje tegen een steile helling.
Uiteindelijk vonden we het goede pad weer en bereikten we de kleine Ahornboden, een klein paradijsje tussen de bergen.
Een leuk paadje, tussen de koeien door, leidde ons steeds hoger, totdat we het Karwendelhaus in zicht kregen.
We werden naar de derde verdieping verwezen, een grote zolder met twee lange rijen matrassen,
die allemaal vol kwamen te liggen.Dus werd er die nacht hier en daar wat afgesnurkt.

Karwendelhaus - Falkenhütte
Vanmorgen liepen we eerst weer terug naar de kleine Ahornboden, waar we een tijdje genoten van de mooie omgeving.
Vervolgens gingen we stijgen, naar de Ladiz-alm. Hier hadden we onze lunchpauze, bij een bergstroompje.
Het laatste stuk werd ook het zwaarste stuk, een flinke klim naar de Falkenhütte (1848 m), waar als uithangbord een fiets aan een
staalkabel hing.
We kregen een kamer met 14 matrassen voor ons alleen, speciaal voor ons als "Hollands gezin".
Op het terras was het nog heerlijk genieten, tot het te fris werd.
Na een heerlijke kaasomelet en wat spelletjes kropen we onze huttenlakens in.

Falkenhütte
"Lang zal hij leven", werd er vanmorgen bij het ontbijt gezongen, want Wim was jarig.
We maakten een ochtendwandeling naar het dichtstbijzijnde kruis, de Mahnkopf (2094 m), vanwaar we
een prachtig uitzicht hadden, en op een grote groep gemzen neerkeken.
We lunchten bij de Falkenhütte, Apfelstrudel mit Vaniliensauße, vanwege de verjaardag van Wim.
We hielden de rest van de dag een rustdag bij de hut.
's Avonds genoten we van een prachtige zonsondergang.

Falkenhütte - Lamsenjochhütte
De ochtend begon met een prachtige zonsopgang. Om 10 over acht liepen we al aan, op weg naar de Lamsenjochhütte (1953 m).
Eerst moesten we door de grote Ahornboden, wat flink afdalen betekende.
Ieder stroompje dat we tegenkwamen gebruikten we om ons op te frissen.
Na de Ahornboden en Engalm vol toeristen begon de klim naar boven, weg van het toerisme.
Op de hoogte van de Binsalm werd er geluncht, weer bij een stroompje.
Vlak na de lunch hadden we een half uur oponthoud, vanwege een enorme bloedneus van Steffie.
Door de zinderende hitte klommen we daarna langzaam verder tot een klein kruisje op 1950 meter.
Nu was het nog maar een klein stukje naar de Lamsenjochhütte, waar het al snel een stuk koeler werd.
Achter de hut stond een kapelletje met een heleboel gedenkplaten van overleden klimmers.
Erg bemoedigend voor de klimmers van nu!

Lamsenjochhütte - Stans - Zillertal
We startten vanmorgen al om kwart voor acht, en deden over een pad van een half uur wel drie keer zo lang.
Het was ook zo mooi. We zagen heel veel gemzen, vrij dichtbij, en ook een marmot.
Een flinke sneeuwplak nodigde uit tot spelen.
Naar de Stallenalm ging het wat sneller, en daar hielden we rust bij een beek.
Casper vond daar een echte, giftige slang, een Kreuzotter.
De tocht ging verder door de Wolfsklamm, een prachtige klamm, maar helaas overbevolkt door toeristen.
We kwamen in een oververhit Stans aan en namen de trein naar Fügen, in het Zillertal.
We zochten een pension in Uderns, en doken daar allemaal onder de douche.
We waren speciaal het Zillertal ingegaan voor wat bezoekjes aan kennissen, en daar begonnen we vanavond meteen aan.

Zillertal
Het werd vandaag een dag van bezoekjes afleggen, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.
Zo zagen wij vandaag bijna de hele familie waar wij toch zo'n band mee hebben, omdat wij 16 jaar geleden daar getrouwd zijn.

Zillertal - Innsbruck - Pfeishütte
Genoeg in het dal vertoefd, het werd tijd om weer de bergen in te trekken.
We gingen met de trein naar Innsbruck. Na een kort bezoek aan Innsbruck, en een blik op het Gouden Dak
gingen we met de Hungerburgbahn en de Nordkettebahn naar Seegrubbe, en vervolgens nog een stukje hoger naar de Hafelekar.
We bevonden ons in dichte mist, met een uitzicht van ongeveer 20 meter, en een temperatuur van 8°C
Dik ingepakt met regenpak en handschoenen gingen we de prachtige Goethe-Weg lopen.
Helaas hadden we geen uitzicht. Het pad was gelukkig goed te volgen door de vele borden tomatensoep op de route.
(dat zijn grote rode markeringen met een witte rand eromheen).
Geheel onverwacht stonden we daarom opeens oog in oog met de Pfeishütte (1950 m),waar we ons konden drogen.
De avond werd een gezellige spelletjesavond.

Pfeishütte - Hallerangerhaus
Het weer was weer goed, en vol goede moed gingen we op weg naar het Hallerangerhaus (1768).
Na drie kwartier kwamen we bij een spectaculaire afdaling, die rustig aan echter goed te doen was.
Het oversteken van twee sneeuwvlakten maakten het avontuur compleet.
Verder ging het over de Wilde-Bande-steig, een prachtig pad met mooie uitzichten, en hier en daar een staalkabel
voor extra zekerheid. Behalve gemzen kregen we vandaag ook twee steenadelaars te zien.
bij het Hallerangerhaus werden we opgewacht door Wolf, de huttenhond.
We kregen een knus kamertje voor 7 personen.
De kinderen speelden in het bos bij een boomhut met schommel.
's Avonds speelde Casper zijn eerste internationale potje schaak tegen een 13-jarige Duits/Turkse jongen.

Hallerangerhaus - Bettelwurfhütte
De tocht van vandaag was niet lang, maar wel heel mooi.
We klommen eerst weer hetzelfde pad van gisteren omhoog, totdat we weer bij de pijlen uitkwamen.
Nu sloegen we linksaf, naar de Bettelwurfhütte (2077 m).
Martijn liep niet zo hard, omdat hij gisteren op de sneeuw zijn knie had bezeerd.
Toch kwamen we al met lunchtijd bij de hut aan. We hadden een machtig uitzicht over Hall in het Inntal.
Toen het 's middags frisser werd gingen we in de hut zitten, waar we er een heuse spelletjesmarathon van maakten.
Het was erg rustig in de hut, er waren maar weinig gasten.

Bettelwurfhütte - Pfeishütte
Het regende hard vanmorgen, dus stelden we ons vertrek een tijdje uit.
Net na half 10 vertrokken we met regenpakken aan, maar die konden vrij snel uit.
We liepen het pad van gisteren weer terug, tot de pijlen. Daar besloten we af te dalen naar Issjöchl (1668 m).
Het ging weer regenen, dus de regenpakken gingen weer aan.
We klommen omhoog naar Törl en verder naar de Kaisersaüle (1700 m), een monument ter nagedachtenis aan Kaiser Franz I.
De foto werd helaas wat nevelig, het weer bleef onbestendig.
Verder gingen we via de Thaureralm (1464 m) naar de Vintlalm (1567 m), waar we om half 5 aankwamen.
We zagen tot onze schrik dat het nog 3 uren lopen was tot de Pfeishütte, ons doel.
Steffie ging voorop, en in korte tijd maakten we vele hoogtemeters. We moesten de Kreuzjöchl (2121 m) voorbij
en liepen nu door een koude wind. De handschoenen gingen aan.
Na deze top stelde de afdaling niet meer zo veel voor, en om half 7 doemde de Pfeishütte (1950 m) op uit de mist,
een uur eerder dan we hadden gedacht!
In de hut brandde de kolenkachel en konden we alles laten drogen.
Onze laatste nacht in de bergen was aangebroken, en weer hadden we een kamer voor ons alleen.

Pfeishütte - Scharnitz
We vertrokken met regen op weg naar Scharnitz, maar het klaarde al gauw wat op.
Bij de Möslalm gingen de regenpakken uit.
We volgden een grindweg met een beek erlangs, totdat we bij de Gleirschklamm kwamen.
Lang niet zo toeristisch als de Wolfsklamm, maar wel heel erg mooi.Een mooi afscheid van twee prachtige weken
in het Karwendelgebergte.
In Scharnitz namen we de trein naar Mittenwald. Dat stadje was de moeite waard om nog even te bekijken,
voordat we een pizzeria binnenstapten om te eten.
Om 7 over half 8 ging de trein naar München.
In München moesten we ee half uurtje wachten op de City Night Line, die ons naar Utrecht zou brengen.

De nachttrein terug ging in München pas om 22.40. We waren rond 9 uur ook pas in Utrecht.
Hier namen we weer de trein terug naar Eindhoven. Oma en opa wachtten ons op en liepen met ons mee naar huis.
Hiernaast nog een keer de City Night Line. De rugleuning kan omhoog geklapt worden en wordt zo een bed.